Van netcongestie naar slimme energieoplossing
- Artikel
- Netcongestie
Het congres 'Doorbouwen met netcongestie' ging in op concrete oplossingen, om door te bouwen binnen de kaders van netcongestie. In dit artikel komen Boudewijn de Vries van Croonwolter&dros en Maarten Kokshoorn van Heijmans Energie aan het woord. Welke slimme oplossingen en energieconcepten hebben zij om door te bouwen?
Foto: Dagvoorzitter Laurens de Lange begeleidt de dialoog over netcongestie
Boudewijn de Vries, regiodirecteur bij Croonwolter&dros, werkt inmiddels twaalf jaar bij het bedrijf en is actief betrokken bij het aanpakken van een van de grootste uitdagingen van deze tijd: duurzaam bouwen ondanks netcongestie. Zijn missie is helder: “Als er schaarste is op het net, dan móeten we wat. Wachten is geen optie.” Boudewijn ziet bij klanten steeds vaker twijfel of passiviteit: de investering lijkt te groot, de onzekerheid is vooral te groot. Maar wie afwacht, belandt op de wachtlijst – en daar wil je als ondernemer niet staan. Volgens hem is het juist nu tijd om technologie slim in te zetten en initiatief te nemen.
Hij signaleert dat 80% van de investeringen in netinfrastructuur op dit moment nog gericht is op behoud, niet op uitbreiding. Dat baart zorgen. Daarom pleit hij voor een aanpak die voorkomt dat energie verspild wordt, waarin opslag, hubs en samenwerking centraal staan. Croonwolter&dros zet daarbij in op concrete oplossingen: batterijen, technische buffers, decentrale opwekking én nieuwe samenwerkingsvormen zoals energiehubs.
Casus Kobelco – Lelystad
De casus die Boudewijn presenteert, is van Kobelco, een Japanse fabrikant van graafmachines die zijn Europese hoofdkantoor bouwt in Lelystad. Vanaf het begin is duidelijk dat dit geen standaardtraject wordt: er is sprake van netcongestie, de initiële aansluitcapaciteit is slechts 2x80A tot medio 2026, terwijl 1600 kVA gewenst is. Het pand wordt volledig gasloos en er is al een bouwcombinatie actief; een pasklare oplossing ontbreekt. Stakeholders zijn onder andere de gemeente, netbeheerder, installateurs en adviseurs. De ambitie is hoog, de tijd beperkt.
Stapsgewijze aanpak
Samen met Kobelco zet Boudewijn een gestructureerde aanpak neer: Het energieverbruik wordt in kaart gebracht op basis van het ontwerp. Daarna volgt er een energierantsoen: gebruikers stemmen in met aangepast gebruiksgedrag. Simulatietools worden ingezet om scenario's door te rekenen en acceptabele keuzes worden vastgelegd. De afstemming volgt met bouwer en installateurs en verschillende technische concepten worden doorgerekend op kosten en baten. Er wordt daarna een definitieve keuze gepresenteerd aan de CEO van Kobelco in Japan. Het resultaat: een combinatie van zon, tijdelijke dieselgenerator, batterijopslag en energiemanagementsysteem. De PV-installatie levert 1.100 kWp. De batterijopslag bestaat uit drie units die alleen nodig zijn tussen oktober en maart – precies de periode waarin de netdruk het grootst is. Het EMS (energiemanagementsysteem) zorgt ervoor dat slim geladen en ontladen wordt, afgestemd op het net. De terugverdientijd? Zeven tot acht jaar. Belangrijk detail: deze investering zou niet zijn gedaan als er geen netcongestie was geweest. Juist de schaarste versnelt innovatie.
Batterijen: veilig en verantwoord
Boudewijn benoemt ook de uitdagingen van batterijopslag: het ruimtebeslag, de veiligheidsmaatregelen en de risico’s. “Het zijn kleine bommetjes,” zegt hij. In deze casus worden de batterijen inpandig geplaatst, wat extra eisen met zich meebrengt: een tweede vluchtdeur, ventilatie, temperatuurregeling (20–25°C) en een volwaardige blusinstallatie. Boudewijn eindigt met een krachtige oproep: “Neem verantwoordelijkheid. Kies een haalbaar energieconcept. Kom van de wachtlijst.” Niet alles hoeft hightech of spectaculair te zijn. Wat telt, is dat er beweging komt. Dat ondernemers stappen durven zetten, óók als de perfecte oplossing nog niet bestaat. Zijn boodschap is helder: samen komen we verder – en de toekomst begint nu.
Maarten Kokshoorn (Heijmans Energie) vertelt over de kracht van lef: energie als vertrekpunt in gebiedsontwikkeling. Hij roept op tot actie: “We moeten een stap vooruit zetten – met elkaar.” Vanuit zijn ervaring met complexe gebiedsontwikkelingen ziet hij hoe energie steeds meer een bepalende factor wordt in de bouw. De centrale boodschap: neem energie vroeg mee in het ontwikkelproces, want wachten of uitstellen leidt tot achterhaalde keuzes.
Uitdagingen van nieuwbouw: “Energie bepaalt het vastgoed”
Maarten stelt vast dat er in nieuwbouwprojecten nog te veel twijfel leeft over de urgentie van het energievraagstuk. Die twijfel vertaalt zich naar uitstelgedrag of het vasthouden aan traditionele oplossingen. Volgens hem moet energie juist vanaf het allereerste moment – nog vóór het stedenbouwkundig ontwerp – een rol spelen in de besluitvorming. In de schetsontwerpfase moeten ontwikkelaars al nadenken over welke netaansluiting nodig is. Dat heeft enorme impact op gebiedsontwikkelingsprocessen, zeker gezien de lange doorlooptijden. Onzekerheid over de beschikbaarheid van een netaansluiting kan ontwikkelaars doen terugdeinzen, met als risico dat er tóch wordt gekozen voor conventionele oplossingen.
Hij benadrukt: “Waar vroeger het vastgoed leidend was voor de energievoorziening, moet nu energie leidend zijn voor vastgoedontwikkeling.” Dit vraagt om een andere manier van denken – zowel aan de gebiedskant als aan de energiekant. En dat gaat niet vanzelf. Gemeenten hebben vaak nog geen beleid, ontwikkelaars worstelen met betaalbaarheid, wetgeving is verouderd en netbeheerders waarschuwen dat een woningbouwproject vandaag nog geen probleem vormt, maar over drie jaar – als het is opgeleverd – misschien wél. Volgens Maarten ligt hier een kans: “Het is mogelijk. Maar daarvoor hebben we elkaar heel hard nodig.”
Van slimme woning naar slimme wijk
Een praktijkvoorbeeld uit Nuenen toont aan wat er wél kan. In een project met 17 slimme woningen stuurt Heijmans actief op energiegebruik: bewoners maken optimaal gebruik van hun zelf opgewekte stroom, waardoor de energierekening daalt. De volgende stap is het doortrekken naar wijkniveau: alle woningen gelijktijdig aansturen op basis van data en behoefte. Zo ontstaat er een systeem dat bijdraagt aan het verlagen van netcongestie. Maarten signaleert een probleem: er ontbreken financiële prikkels. Als je stuurt op kosten voor de bewoner, kun je netcongestie veroorzaken. Als je stuurt op netcapaciteit, stijgt juist de rekening voor de bewoner. Hier is dus een nieuw stelsel van prikkels en beloningen nodig.
Flexibiliteit in warmte
Heijmans levert inmiddels duurzame energie aan meer dan 500 woningen. In deze projecten worden laadinfrastructuur, zonnepanelen, batterijen en warmte slim gecombineerd. Maarten wijst op de piekbelasting in de koudste periodes van het jaar. Warmtebuffers bieden hier uitkomst: ze slaan op grote schaal warmte op voor later gebruik, waardoor piekmomenten worden afgevlakt en het net wordt ontlast. In gesprek met netbeheerders – zoals Stedin – onderhandelt Heijmans over netbudgetten, regelbaar vermogen en afstemming. Maar Maarten benadrukt: het is niet alleen aan de netbeheerder. “De provincie, gemeenten en ontwikkelaars moeten óók een stap naar voren zetten. Alleen dan maken we echte sprongen vooruit.”
Conclusie: energie eerst – en samen
De belangrijkste les van Maarten is dat energie vroeg en integraal onderdeel moet zijn van gebiedsontwikkeling. De huidige wet- en regelgeving én het financiële systeem lopen nog achter, en dat vraagt om nieuwe kaders, samenwerkingen en vooral: lef. Zijn afsluitende oproep is helder:“Het kan. Maar we moeten het wel sámen doen. Doen jullie mee?”