Wat zijn de oplossingsrichtingen van netcongestie?
- Artikel
- Netcongestie
Precies op de dag dat de kranten koppen ‘Investeringen stroomnet geven over paar jaar pas lucht’, spreekt Duurzaam Gebouwd Peter Grispen van SPIE Nederland, over het prangende onderwerp netcongestie. Voordat de uitbreiding van het net merkbaar wordt, duurt het nog wel enkele jaren. Maar wat is netcongestie nu eigenlijk, welke investeringen vinden er plaats en komen er nog aan en welke oplossingen zijn er?
Daarover praten we met Peter, die aanschuift en meteen van wal steekt: “Om een goede oplossing te formuleren moeten we allereerst het fundament bepalen. Want weten we eigenlijk wel wat netcongestie is en hoe het is ontstaan?” Hij gaat in op de historie van het Nederlandse elektriciteitsnet, om de context beter te begrijpen: “Onze infrastructuur is opgebouwd met de gedachtegang dat niet alle vraag en aanbod van energie tegelijk komt. Niet alleen bij woningbouw, maar ook bij kantoren en fabrieken is dit zo geregeld. De gelijktijdigheidsfactor in de energiedistributie was bepalend.” Of in Jip- en Janneketaal uitgelegd: “Wat heb je nu op een doorsnee dag tegelijkertijd nodig aan vermogen en stroom.”
Transitieversnelling
De netbeheerders hadden het altijd goed voor elkaar. En lange tijd leken er weinig vuiltjes aan de lucht, zeker omdat het netwerk decennialang als ‘Allerbeste ter wereld’ werd beschreven. Totdat een jaar of vijftien geleden de energietransitie flink op stoom kwam. “Riante regelingen en investeringsstimuli zoals de SDE+ regelingen zorgden ervoor dat bijvoorbeeld zonnepanelen niet langer onbetaalbaar waren. En zelfs aan populariteit wonnen. De stimulering ging lang goed, totdat er zo veel mensen investeerden dat iedereen zonnepanelen heeft en duurzame energie opwekt, dat het elektriciteitsnet opgaat. We kregen te maken met situaties waarbij op zonnige dagen er zo veel werd opgewekt, dat het net het nauwelijks aan kon. Toegegeven: het duurde wel lang voordat het enigszins een probleem werd.”
Maar een struikelblok, dat werd het. In het rapport ‘Op weg naar CO2-neutraal’ gaf Duurzaam Gebouwd al een schets van de druk op het elektriciteitsnet en concludeerde dat ‘de eerlijke verwachting is dat ondanks alle maatregelen de capaciteitskaart nóg meer rood kleurt’. Oftewel: op deze plekken is er geen capaciteit meer op het net en wordt het lastig om een aansluiting te verzwaren of een nieuwe aansluiting te krijgen. Hoewel de energietransitie een belangrijke bijdrage levert aan CO2- en energiebesparing en dus voor menig gebouweigenaar of -beheerder bijzonder interessant is, ontstond er een nieuwe uitdaging. Zo zijn er voorbeelden van verduurzamingsplannen die door strakkere netcongestiekaders gedeeltelijk of helemaal niet doorgingen.
Vol is vol?
De noodklok werd dan ook meermaals geluid: netbeheerders gaven aan dat het net vol zat. Peter signaleert dat het congestieprobleem ook een papieren probleem werd: “Bijvoorbeeld als een bedrijf een aanvraag deed voor meer capaciteit, terwijl dat eigenlijk onnodig was op dat moment. Dat deden ze dan omdat ze het idee hadden dat er over enkele jaren wellicht een uitbreiding nodig was, of er piekmomenten waren. De consequentie is dat theoretisch het net vol zit, maar praktisch nog niet.” Alleen al om die reden is het van belang om vooral goed te kijken naar dynamisch energiegebruik. Daarvoor is wel noodzakelijk om inzicht te krijgen in de energiehuishouding. Peter: “Dat is altijd een goede eerste stap, zodat je weet waar je over praat en een beter onderbouwde beslissing kunt maken over of een verzwaring eigenlijk wel noodzakelijk is.”
Van rood naar groen
Want: er kan volgens hem veel, óók als je als bedrijf in een gebied zit dat donkerrood gekleurd is op de capaciteitskaart. En, bijzonder genoeg, zijn het niet eens complexe stappen: “De eerste stap is het zorgen dat je onder het gecontracteerd vermogen zit, door goed te kijken naar je energiehuishouding. Vaak ontstaan er pieken doordat alle installaties tegelijktijdig aangaan terwijl dat niet noodzakelijk is. Of dat ze uitgaan omdat het niet meer noodzakelijk is. Het zijn vaak relatief kleine stappen en, als je het de gebouwbeheerders achteraf vraagt, no-brainers. Denk bijvoorbeeld aan automatische verlichting en bewegingsdetectie, hoge temperaturen in gebouwen waar dat eigenlijk niet noodzakelijk is en zelfsluitende deuren. Door kritisch te kijken naar je installaties en je energieverbruik begrijp je welke kleine ingrepen grote ruimte creëren in je bewegingsruimte voor de energietransitie. Daarmee zet je nú al stappen, zonder af te wachten op investeringen die volgen.”
Dat geld, dat in het hoogspanningsnet gestoken wordt, liegt er niet om. Zo pompt TenneT tussen 2025 en 2035 naar verwachting 111 miljard euro in het hoogspanningsnet. Ook trok de transmissienetbeheerder zeshonderd nieuwe medewerkers aan en investeerde in de eerste zes maanden van 2024 al 30 procent meer, schreef nu.nl. Maar netcongestie kan niet worden opgelost door te blijven verzwaren, oordeelt Peter. “Kijk liever naar de gebouwen zelf, daar ligt nog zo veel onbenut potentieel.” Naast de eerder genoemde no-brainers richt Peter zich op andere oplossingen, die hun werking al hebben bewezen. “Om de piekvraag naar elektriciteit af te vlakken gebruik je opgeslagen energie op de momenten dat je het nodig hebt. Denk daarbij aan zonnepanelen die de energie opwekken voor de batterij, die op momenten dat er veel elektrische voertuigen geladen worden, aan de slag gaat. Ook heb je daar een systeem nodig, software, die niet alleen inzicht geeft in de energiestromen, maar ook grip geeft op duurzaamheid en comfort.”
Peter Grispen: " De eerste stap is het zorgen dat je onder het gecontracteerd vermogen zit, door goed te kijken naar je energiehuishouding."
Energiehubs
Hier legt Peter de koppeling met het integrale gebouwbeheerplatform PULSE Core: “Hiermee kom je tot inzicht over onder andere de energiestromen in je gebouw en mogelijke verbeterpunten. Een volgende stap zijn energiehubs, waar lokale samenwerkingen tussen meerdere partijen op het gebied van energie centraal staan. Ik leg dit bijvoorbeeld op beurzen als volgt uit. Energiehubs zijn kroonsteentjes en er zijn verschillende aftakkingen van kabels. Er is een kabel naar de voeding en verschillende kabels naar gebruikers. Wij zorgen ervoor dat de energiestromen naar de geschikte plekken toe gaan.” De optimale afstemming tussen vraag en aanbod van energie ligt daarmee in het verschiet. En samenwerkingen daaromtrent vallen of staan volgens Peter met het bij elkaar brengen van de juiste mensen: “Zorg dat stakeholders met elkaar op de koffie gaan en het hierover hebben. Dat ze samen plannen maken en bijvoorbeeld iemand aanwijzen die het beheer doet. Iedereen moet meedoen om dit effectief te maken.” Senior Business Development Manager Marc Kooij van SPIE voegt toe en vat samen: “Kijk naar wat je nodig hebt en welke ruimte je hebt binnen het contract door gebouwoptimalisatie. Lukt dat niet dan is externe opslag via batterijen een optie. Of ga samenwerken met bedrijven om je heen. Door multidisciplinair over de randen van verschillende industrieën te kijken, zijn duurzame oplossingen mogelijk.”
Tekst: Marvin van Kempen