Rotterdamse corporatie heeft ideeën om circulaire bouw te stimuleren
- Circulair Bouwen
- Artikel
Het lukt Woonstad Rotterdam goed om woningen met een laag energielabel met isolatie- en duurzaamheidsmaatregelen op te waarderen naar een hoger energielabel. De stap naar het circulair bouwen, renoveren en onderhouden van haar woningen is echter een stuk lastiger. Daarom doet CarlijnStoof een beroep op de politiek: “Zet de MPG-eis op 0,5 of zorg voor een CO2-norm per vierkante meter.”
Als adviseur circulariteit en klimaatadaptatie bij woningcorporatie Woonstad Rotterdam beschouwt Carlijn Stoof het als haar taak om beide onderwerpen beter in de organisatie in te bedden. Dit lukt aardig, al gaat het met stapjes. “Bij de afdeling Portefeuillemanagement maak ik me hard om het thema ‘Circulariteit’ als kopje in onze diverse contracten te krijgen”, vertelt Carlijn. “Als circulariteit vast in contracten staat, volgt hier ook automatisch een gesprek over met de contractant. Inmiddels staat circulariteit in ons planmatig onderhoudscontact voor gevels, waardoor we als corporatie hierover met renovatie- en onderhoudsbedrijven spreken. Daar ben ik blij mee.”
Het planmatig onderhoudscontract voor gevels is slechts een van de vele onderhoudscontracten die Woonstad Rotterdam afsluit, geeft ze aan. “Voor ieder onderdeel van een woning of woongebouw hebben we een planmatig onderhoudscontract, zoals voor de gevel, het dak en de pakketten voor het binnendeel van de woning. Daarnaast hebben we contracten met aannemers voor het dagelijks onderhoud. Mijn doel is om circulariteit zoveel mogelijk in de organisatie te laten landen en onderdeel te maken van de reguliere werkzaamheden. Zodra dat het geval is, hoef ik me niet te bemoeien met iedere contractbespreking, maar komt dit thema ook in contracten waarbij ik niet ben betrokken.”
Als centraal thema staat circulariteit inmiddels enkele jaren in de visie van Woonstad Rotterdam, maar dat is niet het initiatief van Carlijn geweest. “Ik werk nu ruim vier jaar bij Woonstad Rotterdam en destijds stond het al als thema met drie pijlers in de visie”, geeft ze aan. “Die pijlers zijn het optimaliseren van materiaalgebruik, langdurig waardebehoud en circulair opdrachtgeverschap.”
Ook de toepassing van biobased materiaal valt onder het thema ‘Circulariteit’. Al is de toepassing daarvan lastig, bijvoorbeeld bij het isoleren van platte daken. “De toepassing van natuurlijke materialen is wel uitgewerkt bij schuine, maar niet bij platte daken. We deden al veel onderzoek en probeerden veel, maar helaas voldoet geen enkel materiaal vooralsnog. We willen namelijk graag op onze platte daken lopen, maar daarvoor is biobased materiaal te zacht. Daarnaast is het materiaal dikker, waardoor het niet past. Steeds voldoet één aspect op het gebied van betaalbaarheid of technische mogelijkheden niet.”
Met Valckensteyn heeft Woonstad Rotterdam haar eerste woongebouw in hout.
Hergebruik
Daarnaast onderzoekt de corporatie mogelijkheden om bouwonderdelen en materialen van gesloopte woningen te hergebruiken in nieuwbouw- of renovatieprojecten. “Hiervoor hebben we een overeenkomst met sloopbedrijf Van Liempd”, vertelt Carlijn. “Zij slopen woningen voor ons en halen diverse soorten onderdelen en materialen uit de woningen. Ze verkopen deze onderdelen waarna wij van het verkochte bedrag nog een percentage krijgen.” Dit loopt aardig, maar volgens Stoof kan het beter. “Er zijn wel wat hobbels bij het hergebruiken van materialen en onderdelen. We slopen niet zomaar een woning. Als we dit doen, is een woning enorm verouderd. Als deuren bijvoorbeeld niet meer goed isoleren, willen we ze niet in een andere woning hergebruiken. Daarnaast zijn deuren nu hoger dan ze dertig jaar geleden waren.”
Om het hergebruik in de bouwsector aan te jagen, heeft Carlijn wel enkele ideeën. Als voorbeeld noemt ze een wasbak. “Een wasbak uit China halen is goedkoper dan het demonteren, schoonmaken en terugplaatsen, vanwege de hoge arbeidskosten die daarmee gemoeid zijn. Om het hergebruik van materialen aantrekkelijk en financieel interessanter te maken, moet de hoge belasting op arbeid verschuiven naar materialen.“
Daarnaast pleit ze voor een lagere grenswaarde van de Milieuprestatie Gebouwen (MPG), die de milieubelasting van een gebouw uitdrukt op basis van de gebruikte materialen. Aanvankelijk had voormalig minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid en Ruimtelijke ordening) het plan om de MPG-eis te verlagen van 0,8 naar 0,5, maar zijn opvolger minister Mona Keijzer draaide de aanscherping terug. Daarmee is Carlijn het niet eens: “Een lagere MPG is misschien wel lastiger voor ons om te halen, maar dwingt bouwbedrijven om circulair te gaan bouwen en dan wordt circulair bouwen en het gebruik van circulaire materialen goedkoper. Dit kan wellicht ook door een CO2-norm per vierkante meter op nieuwbouwprojecten in te stellen of door het betalen van de echte prijs voor materialen. Want als we zo doorgaan, dan vrees ik dat we over tien jaar geen woningen meer kunnen bouwen.”
Als voorbeeld maakt ze een vergelijking met het verplichte einde van lage energielabels. “Per 2028 mogen woningcorporaties in principe geen woningen met energielabel E, F, of G meer hebben. Ondanks de uitzonderingen heeft deze wetgeving ervoor gezorgd dat alle woningcorporaties met isolatie- en duurzaamheidsmaatregelen bijna geen huurwoningen met een laag energielabel meer hebben.” Dit geldt ook voor Woonstad Rotterdam: minder dan 2,6 procent van haar woningen heeft nog een energielabel E, F of G.
Houtbouw
Ze verwacht dat een lagere MPG-eis of CO2-norm ook het bouwen in hout gaat stimuleren. In mei leverde Woonstad Rotterdam zelf haar eerste woongebouw in hout op: Valckensteyn. “Dit project is echt te danken aan projectleider Robbert Groeneveld”, zegt Carlijn. “Hij heeft zich voor dit project hardgemaakt, nog voordat ik hier werkte. Hij werkte veel samen met bouwbedrijf Waal en nam veel hobbels. Zo zorgde de oorlog in Oekraïne voor een hogere houtprijs. Maar het is hem uiteindelijk wel gelukt.”
Mogelijk krijgt dit project navolging, al kan ze daar nog weinig over zeggen. Wel merkt ze dat circulariteit als thema in de organisatie begint te landen. “Steeds meer mensen gaan zich hiermee bezighouden, zoals bij de afdeling inkoop. We zijn wel nog zoekende en spraken met verschillende bouw-, renovatie- en onderhoudsbedrijven af om gezamenlijk te kijken naar wat er mogelijk is op het gebied van circulariteit. Dat doen we voor iedere materiaalstroom apart. We begonnen met hout en kijken nu naar kozijnen en glas.“
Tekst: Tim van Dorsten, Beeld: Woonstad Rotterdam
Zoek verder binnen deze onderwerpen
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Beste Carlijn, Met belangstelling las ik je inzet om circulariteit meer structureel te verankeren in contracten en werkwijzen binnen Woonstad Rotterdam. Het verbaast me dat biobased materialen, zoals jij aangeeft, in de praktijk vaak nog als ‘te zacht’ of technisch onhaalbaar worden beoordeeld. Wij leveren al meer dan 20 jaar wereldwijd constructieve biobased panelen met MSDS (Safety datasheet) vanaf fabrieken, CE, DOP (DE), CARB/EPA (USA), en LCA/EPD's (NL). De panelen zijn leverbaar in gevel-, wand-, en daktoepassingen (plat én schuin), met brandklasse B af productie fabriek , optionele vochtwering, en een levensduur van >75 jaar. Circulairder én betaalbaarder per m² wordt het bijna niet in EU . De enige barrière die we keer op keer tegenkomen? De herkomst. Omdat het uit China komt, haakt men soms alsnog af ondanks alle certificering, pilotprojecten en bewezen prestaties. Dat wringt, want we willen circulair en betaalbaar, maar maken de deur dicht voor bewezen alternatieven op basis van afkomst. Wat komt er tegenwoordig niet uit China? Voor wie echt circulair wil bouwen, is er een concreet alternatief dat vandaag al beschikbaar is via de Dealers , Bouwcentra en maakindustrie , met volledige ondersteuning en een betaalde proefpakket mogelijk (verrekenbaar bij bestelling). Ik nodig je graag uit voor een kennismaking of om een demonstratiestuk te ontvangen. Circulariteit verdient actie, niet alleen visie. Met vriendelijke groet, Waldo Chotkoe