Biobased bouwen als heilige graal?
- Artikel
- Biobased Bouwen
Gelukkig wordt er in Nederland niet alleen beleid gemaakt, wordt dit ook gemonitord en onderzocht. De Monitor Nationale Aanpak Biobased Bouwen laat zien dat we nog aan het begin staan van de biobased transitie in de bouw. Het gemiddelde massapercentage biobased materialen in nieuwbouwwoningen bedraagt momenteel 1,6%. We zijn dus net van de kant af, maar er is ook veel moois in aantocht.
Ondanks dit lage percentage is er volop beweging. Volgens de monitor zijn er inmiddels zes bouwconcepten waarvan de casco-onderdelen voor minstens 30% uit biobased materialen bestaan. Ook bij Heijmans dragen we bij met ons industrieel geproduceerde houtskeletbouwconcept, waarin onder andere constructief hout, vlas- en cellulose-isolatie worden toegepast. Samen met Building Balance hebben we het commitment ondertekent dat in 2030 circa 30% van onze woningbouw voor 30% biobased is.
Daarnaast werken we aan het sluiten van de keten. In samenwerking met GreenInclusive breiden we de teelt van vezelhennep op eigen gronden uit van 6,5 hectare (pilot Heerenveen) naar 23,5 hectare in 2025. GreenInclusive begeleidt zowel de agrariërs als de verwerking van de hennep tot isolatiemateriaal. Deze biobased isolatie wordt onder meer toegepast in het woningbouwproject in Nietap (Drenthe), waarvan de bouw dit jaar start.
Biobased als middel niet als doel
Biobased bouwen is geen doel op zich, net zoals circulariteit dat niet is. Het zijn strategieën om grotere doelen te bereiken: het verminderen van CO2-uitstoot, het tegengaan van grondstofuitputting en het ondersteunen van de transitie van de intensieve landbouw. De recente Friese hennepdeal is daar een mooi voorbeeld van. Andere strategieën kunnen hierbij net zo waardevol zijn. Denk aan losmaakbaar bouwen, modulair bouwen of het optimaliseren van het in de keten houden van producten. Alles is nodig om de einddoelen te bereiken.
Denk in volume, niet alleen in iconen
De aandacht gaat nu vaak uit naar spraakmakende projecten die grotendeels uit biobased materialen bestaan, zoals houtbouw. Maar de echte impact ligt mogelijk in het opschalen van biobased toepassingen in gangbare materialen. Stel dat we 5% van al het beton of asfalt dat we gebruiken vervangen door biobased componenten — dan maken we op systeemniveau veel meer impact. Misschien minder spectaculair, maar wel effectiever. Tegelijkertijd zijn de icoonprojecten nodig om te laten zien dat het wel kan. Maar we moeten de geleerde lessen daaruit beter gaan vertalen naar de massa.
Kijk over grenzen heen
Een knelpunt in de keten is volgens de monitor het gebrek aan Nederlandse productiecapaciteit voor biobased bouwmaterialen. Hoewel het opbouwen daarvan belangrijk is, kost het tijd en vraagt investeringen. Die tijd hebben we niet. Klimaatverandering stopt ook niet bij de grens. Als er over de grens al capaciteit beschikbaar is, waarom zouden we daar dan geen gebruik van maken? Zeker nu transport steeds vaker emissieloos kan plaatsvinden.
Zet het financiële systeem aan het werk
Een krachtig instrument om de transitie te versnellen is gebruik te maken van bestaande financiële processen. Door een betrouwbaar systeem van koolstofcertificaten op te zetten — waarbij CO2 die langdurig wordt vastgelegd in bouwmaterialen financieel wordt gewaardeerd — ontstaat er een sterke prikkel voor toepassing van biobased materialen. Cruciaal is dat dit systeem de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen, zonder dat het in de opstartfase al wordt ontmoedigd of ondermijnd door critici die vanaf het begin perfectie nastreven.
Conclusie
Biobased bouwen is geen heilige graal, maar wel een veelbelovende route binnen een bredere strategie die leidt naar een duurzame bouwsector. Deze route kan grote impact hebben als we in staat zijn om innovatie, schaalvergroting, internationale samenwerking en slimme financiële prikkels te combineren.
Je leest de belangrijkste data rondom biobased bouwen en de reflecties erop vanuit bouw-, landbouw en de bancaire sector in de Benchmark Biobased Bouwen. Download hem gratis op deze pagina.
Tekst: Marvin van Kempen