'Hele keten nodig voor honderd procent betonhergebruik'
- Circulair Bouwen
- Artikel
Het Betonakkoord zit in de opschalingsfase. Doelen en afspraken zijn helder en nu is het aan ketenpartners om impact te maken op zowel regionaal als landelijk niveau. Hoogste tijd om een gedetailleerde blik te werpen op een samenwerking in de keten tussen waste-to-product bedrijf Renewi en Heidelberg Materials Benelux en de kansen van betonrecycling te belichten.
Résumé: een van de onderdelen van het Betonakkoord is om in 2030, waarvan we minder dan vijf jaar verwijderd zijn, honderd procent van al het gesloopte betonmateriaal terugbrengen in de betonindustrie. In een eerder interview met Walter werd al duidelijk dat het Betonakkoord daarnaast een duidelijke praktijkfunctie heeft: het maakt niet alleen duidelijk dat circulaire materialen dezelfde kwaliteit kunnen behouden, maar zorgt er ook voor dat opdrachtgevers als gemeenten, provincies en daardoor aannemers vaker vragen om circulaire oplossingen, bijvoorbeeld in bestekken en aanbestedingen.
We praten met Walter Speelman, Sustainability & Productmanagement bij Heidelberg Materials Benelux en Somi Lotfi, Business Development Manager Minerals bij Renewi en horen hoe gerecycled beton impact maakt bij circulair bouwen. Somi promoveerde op TU Delft en begon een PhD-onderzoek over betonrecycling. “Toen hield ik me bezig met de mogelijkheden van betonpuin naar hoogwaardig gebruik, evenals de mogelijkheden van innovatieve technieken.” Maar daar was destijds, meer dan een decennium geleden, nog onvoldoende aandacht voor. Toen werd betongranulaat vooral gebruikt als fundament voor wegen. Walter vult aan: “Gelukkig kreeg hoogwaardig hergebruik vanaf dat jaar een versnelling. Iets waar we al lang op zaten te wachten, want wij pasten al vóór 2000 gerecyclede materialen toe.”
Walter Speelman: "Gelukkig kreeg hoogwaardig hergebruik een versnelling, want wij pasten al vóór 2000 gerecyclede materialen toe."
Stimulans en opschaling
Er zijn op verschillende punten versnellingen zichtbaar, onder andere aangewakkerd door de Europese en landelijke doelstellingen om in 2030 minder primaire grondstoffen in te zetten. Daarnaast is er stimulans in de vorm van de MIA\Vamil voor onder andere gebouweigenaren: zo’n 200 miljoen euro is er beschikbaar. En worden in bestekken van onder andere overheden vaker met de Milieukosten Indicator (MKI) gewerkt, waarbij gegevens uit de Nationale Milieudatabase (NMD) worden gehaald. Eerder waarschuwde Walter al op Duurzaam Gebouwd dat hier ‘in principe niets mis mee is’, “maar let er dan wel op dat betongranulaat niet altijd een lagere MKI hoeft te geven, terwijl je er wel een hogere graad van circulariteit mee behaalt. De MKI is veelal gebaseerd op emissie-uitstoot, waarvan CO2 de belangrijkste is. Circulariteit moet je apart beschouwen, maar die kennis is nog lang niet bij iedereen geland.”
Naast de stimulans door subsidie en de klimaatdoelstellingen is er dankzij ketensamenwerking en innovatie ook een opschaling zichtbaar. Die brengt Walter naar voren, als hij kijkt naar hoe Renewi en Heidelberg Materials Benelux gezamenlijk aan de slag zijn. “Er zijn nu bedrijven die het fijne granulaat geschikt maken voor de betonindustrie. Zo ontwikkelde Renewi een geavanceerd recyclingproces, met als uitkomst dat we nu betongranulaat 0/4 [0 tot 4 millimeter, red.] in onze betoncentrales gebruiken. Dat betekent dat we weer een stap dichterbij de circulaire economie komen, want we kunnen nu zowel met grof als fijn recyclemateriaal werken.”
Geavanceerde recyclingproces
Een belangrijk onderdeel van dit proces is de locatie Renewi Westpoort in Amsterdam, geeft Somi aan. Hier komt het ‘geavanceerde recyclingproces’ dat eerder werd genoemd tot uiting. Als we een luchtfoto bekijken, zien we dat het grovere betongranulaten aan één kant van de locatie wordt verwerkt en het fijne aan de andere. Somi: “De vervuiling zoals hout en plastic halen we eruit. Er mag, benoemd in een Beoordelingsrichtlijn (BRL) een bepaalde hoeveelheid verontreiniging in gerecycled materiaal zitten.” Volgens Walter is het mooie aan dit proces dat compleet gesloopt materiaal, bijvoorbeeld afkomstig van gebouwen, weer terug wordt gebracht in de keten.”
Van laag- naar hoogwaardig
De uitdaging schuilt op verschillende vlakken. Allereerst om het beton voor de volle honderd procent te recyclen. “Kunnen we cement, grind en zand vervangen door secundaire materialen?”, schetst Somi de kans om in te vullen. “Oneerbiedig gezegd is er laagwaardige en hoogwaardige recycling mogelijk. Op het laagste niveau hebben we het alleen over het toepassen van granulaat voor wegfundering. Hogerop de ladder klimmen we dankzij onze ontwikkeling van een recyclingproces dat gecertificeerd betongranulaat en -zand oplevert. Hierdoor kan betonpuin worden hergebruikt in nieuw beton.”
Door opnieuw te gebruiken in plaats van nieuwe grondstoffen te moeten winnen, komt er een antwoord op actualiteiten. Zoals het feit dat er richting 2030 24 procent minder natuurlijk zand beschikbaar is. “En 44 procent minder natuurlijk grind”, gaat Somi verder. “Tegelijkertijd zien dat we beton zuiver uit sloop kunnen terughalen. Maar daar is wel de juiste overtuiging voor nodig. Want een opdrachtgever moet heil zien in het circulair slopen, zodat materialen worden gescheiden en het beton opnieuw gebruikt kan worden.” Volgens haar schuilt hier de sleutel.
Somi Lotfi: "Kunnen we cement, grind en zand vervangen door secundaire materialen?"
Terug in de betonketen
Opdrachtgevers kunnen hier dus een positief verschil maken. Dat er veel mogelijk is, blijkt wel uit het project Rijkswaterstaat x VeenIX x Renewi. Walter: “Hier wordt gewerkt aan de verbreding van de A9. De sloop van twee viaducten zorgt voor 40.000 ton betonpuin en Renewi verwerkt dit tot hoogwaardig materiaal.” Somi vult aan: “Daarnaast levert Renewi 130.000 ton gerecycled menggranulaat afkomstig van mengpuin voor fundering onder de weg.” De toepassing van gerecycled materiaal heeft voor een opdrachtgever op allerlei vlakken voordelen. Zo licht Walter verder toe: “In de toepassing krijgt gerecycled materiaal een MKI-berekening van 0 euro. Logisch is wel dat je op dit vlak de uitstoot van transport behoudt. En de sloop zit in de Levenscyclusanalyse (LCA) al meegenomen.”
Vervolgens horen we van Walter een pleidooi om circulair te denken en te doen. En hij geeft de urgentie aan: “We hebben nog maar vijf jaar om honderd procent van al het gesloopte betonmateriaal weer terug te brengen in onze industrie. Daar hebben we iedereen voor nodig.” En Somi breekt een lans om de bewustwording bij opdrachtgevers verder te vergroten: “Het moet duidelijk worden dat hoogwaardige recycling niet alleen een mogelijkheid is, maar ook een enorme kans. Laten we er samen voor knokken dat zand, dat een fors deel van de recycling van beton beslaat, niet onder de weg t maar terug in de betonketen komt. En weer in circulaire gebouwen terechtkomt.”
Vanzelfsprekend vragen we ook naar het eigen streven van Heidelberg Materials Benelux rondom duurzaamheid. Dat bespreken we met Elke Koehorst, Manager Raw Materials & ESG bij Heidelberg Materials Benelux. “We willen in 2030 30 procent van ons primair zand en grind vervangen door betongranulaat. Daar hebben we vanzelfsprekend onze samenwerkingspartners voor nodig én de complete keten. Want als een opdrachtgever er niet om vraagt, is de businesscase lastiger te maken.”
Tekst: Marvin van Kempen