Half februari verdedigde Guido Koster op Nyenrode zijn afstudeerscriptie “Cradle to Cradle, een winst voor bouwbedrijven?” Hierin onderzocht Koster de relatie tussen Cradle to Cradle en innovatie, specifiek in de bouw.

Opdrachtgever van het onderzoek was Marcel Collignon (Sustainable Change), en de begeleiding was in handen van prof. Anke van Hal (Sustainable Building Nyenrode). Na literatuurstudie naar innovatiemodellen in het algemeen is de relatie onderzocht tussen het concept Cradle to Cradle en het innovatieproces volgens Cooper. Dit is bij een tiental bedrijven getoetst in diepte interviews. 

Je onderzoek behelst de relatie tussen Cradle to Cradle en innovatie, specifiek in de bouw. De opdrachtgever van het onderzoek was Marcel Collignon. Hoe is die opdracht tot stand gekomen?
Met marktkracht krijgt de duurzame ontwikkeling een impuls. Hieraan draag ik mijn steentje graag bij. Cradle to Cradle sluit hierop aan. De parttime masteropleiding in management op Nyenrode was een goede basis. Marcel Collignon ontmoette ik in 2008 op een Sustainability congres en hij wenste zich in te zetten voor een universitair afstudeeronderzoek naar de implementatie van Cradle to Cradle op de Nederlandse markt, voor de ontwikkeling van de eigen adviespraktijk. Samen met Anke van Hal waren we het snel met elkaar eens.

 Is Cradle to Cradle een winst voor bouwbedrijven?
Ja. Het innovatietraject van Robert Cooper levert een concurrerend voordeel en winstgroei op bij bedrijven in het algemeen. Het onderzoek toonde aan dat cradle to cradle een toegevoegde waarde heeft op dat innovatietraject. De Cradle to Cradle bouwbal geeft een overzicht van welke winst C2C heeft voor bouwbedrijven. Dit is ook toepasbaar bij andere type bedrijven.

Heb je in je onderzoek ook gekeken naar de ons omringende landen?
Nee, dat was geen onderdeel van het onderzoekskader. Ik contacteerde Rein Robbenrecht van de Universiteit Gent tijdens mijn onderzoek. Zij gaat samen met studiegenoot Thomas Oosterlynck een cradle to cradle onderzoek uitvoeren in België. De afronding is in juni 2010 gepland.

De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn het belang van (innovatiegedreven) leiderschap, cultuur en teamverband in organisaties als succesfactoren. Dit zijn geen elementen die in de maatschappelijke discussie over Cradle to Cradle vaak worden genoemd. Waarom niet eigenlijk?
In de maatschappelijke discussie over Cradle to Cradle gaat veel aandacht naar de technologische kant, naar interessante voorbeelden van producten of gebouwen. Wat aanvullend nodig is om dit concept verder te brengen is kennisdeling over noodzakelijke veranderingen in organisaties of ketens van bedrijven. De aandacht voor de innovatieprocessen en de business consequenties van het concept is tot nu toe beperkt en dus is ook de rol van leiderschap, van innovatiecultuur en dergelijke nog onderbelicht. Dit onderzoek zet daarmee stappen op een nog onontgonnen terrein.

Wat is er voor nodig om bouwbedrijven aan de slag te laten gaan met Cradle to Cradle?
De geïnterviewde bouwbedrijven zijn bewust van wat zij kunnen bijdragen aan duurzaam bouwen. Cradle to Cradle werkt voor hen stimulerend. Deze bedrijven zijn aan de slag met innovatiegedreven leiderschap en een op Cradle to Cradle afgestemde cultuur en teamverband. Het innovatietraject van Robert Cooper biedt een praktisch handvat. Een bouwbedrijf kan een ‘strategic roadmap’ opstellen om focus te houden op de cradle to cradle bedrijfsvisie. Hiermee kan het bouwbedrijf zich profileren op de markt.

Michael Braungart heeft uiteindelijk de kritiek ter harte genomen en wil nu een open Cradle to Cradle-register. Hij zou hier graag de overheid een rol in laten spelen. Wat vind je van deze ontwikkeling?
Braungart erkent dat de stringente certificering een fout was en biedt een idee aan voor een mogelijke oplossing. Dit stimuleert de discussie en dat juich ik toe. Een ander idee is het verstrekken van een bijsluiter bij het product conform een NEN-norm, dat beschrijft hoe Cradle to Cradle het product is geproduceerd.

Worden de conclusies uit je onderzoek verder uitgewerkt en hoe wordt hier een vervolg aan gegeven.
Mijn opdrachtgever, Sustainable Change, gaat het rapport gebruiken voor ontwikkeling van de eigen adviesproducten en in die fase zal verdere ontwikkeling ook tot de mogelijkheden behoren. Zelf overweeg ik nog een artikel te schrijven om te plaatsen in een vakblad en daarmee de kennis verder te verspreiden, in lijn met de Cradle to Cradle gedachte.

Download Onderzoek