Architecten gaan voor biobased bouwambitie
- Artikel
- Biobased Bouwen
Tijdens een feestelijke bijeenkomst op 3 juni bij het Architectuurcentrum Rondeel in Deventer committeerden zestien architecten- en bouwkundige tekenbureaus uit Oost-Nederland zich aan biobased bouwen. Zij ondertekenden gezamenlijk een commitmentverklaring waarin staat dat zij vanaf nu bij elk nieuw ontwerp het principe ‘biobased, tenzij’ hanteren.
De bijeenkomst voor Oost-Nederland werd georganiseerd door de regionale ketensamenwerking Boeren voor Biobased Bouwen in Regio Stedendriehoek, die onderdeel uitmaakt van de landelijke organisatie Building Balance. Met de uitvoering van de nationale Aanpak Biobased Bouwen hebben zij een belangrijke aanjaagfunctie in de transitie naar toekomstbestendig bouwen, met als doel: in 2030 bestaat 30% van de (ver)bouwprojecten uit minimaal 30% biobased materialen.
De bijeenkomst vormde één van de regionale ondertekenmomenten in een landelijke beweging: in de Randstad, Limburg en Oost-Nederland worden onder het motto ‘fysiek gescheiden, maar intrinsiek verbonden’, verspreid over Nederland deze week door meer dan 60 bureaus een handtekening gezet onder dezelfde verklaring. Gezamenlijk sturen zij aan op een verschuiving van experiment naar nieuwe standaard in de bouw.
Krachten bundelen in de regio
De ondertekening in Deventer bevestigt de groeiende bereidheid onder Oost-Nederlandse ontwerpers om concreet werk te maken van bouwen met hernieuwbare grondstoffen. Daarbij wordt ook gekeken naar wat architecten nodig hebben om hun transitie te versnellen. Tijdens de bijeenkomst deelden deelnemers ervaringen en ideeën en kwamen praktische uitdagingen aan bod.
Van kennis naar praktijk
De commitmentverklaring sluit aan bij de biobased architectentraining van Building Balance, die het afgelopen jaar door 125 architecten en ontwerpers is gevolgd. Op 2 juni werd de training door Building Balance officieel overgedragen aan branchevereniging BNA, die deze vanaf 2026 sectorbreed beschikbaar maakt. De deelnemers leren in de training hoe zij hun ontwerpkeuzes kunnen inzetten als hefboom voor bredere systeemverandering, gericht op een gebouwde omgeving waarin bodem, water, biodiversiteit en gezondheid leidend zijn.