Reactie Hotze Hofstra op: "We hyperventileren op ambities en sectorale regelgeving"

Reactie Hotze Hofstra op:

Naar aanleiding van het  artikel 'We hyperventileren op ambities en sectorale regelgeving' in het magazine Duurzaam Gebouwd nr. 5 ontvingen we een reactie van Hotze Hofstra - projectmanager duurzame stedelijke ontwikkeling bij APPM Management Consultants. De reactie is hieronder te lezen. 

Duurzame plannen: gezellig ambitietje stapelen?

In Duurzaam Gebouwd nr. 5 van november 2010 ziet Friso de Zeeuw in de stapeling van ambities een bedreiging voor duurzame gebiedsontwikkeling. In onze ogen is een uitgesproken ambitie juist essentieel om tot heldere keuzes  en een haalbaar plan te komen. Tegelijk zit de cruciale succesfactor voor een geslaagd duurzaam plan in nog iets anders: de betrokkenheid van de eindgebruiker.

In het veranderende landschap van de gebiedsontwikkeling zijn de traditionele verhoudingen tussen gemeente en ontwikkelaar ter discussie komen te staan. We hebben te maken met een vraaggestuurde markt, waarin de wensen en ambities van de eindgebruiker meer en meer centraal staan.

Wanneer een gebiedsontwikkeling een herkenbaar profiel krijgt, krijgen die ambities richting en focus. Een duurzame invalshoek zorgt voor die herkenbaarheid en spreekt een groeiende groep potentiële kopers aan die bovendien graag zelf meedenken over hun wijk en hun woning.

Eindgebruikers
Redenerend vanuit een traditionele benadering, lijken duurzame ambities vooral een kostbare verzwaring van het standaard aanbod en sluiten ze in de praktijk bovendien vaak moeilijk aan bij specifieke wensen van een bepaalde doelgroep. In een enquête vragen of men liever een warmtepomp of een luxe keuken heeft, is vragen naar de bekende weg, maar gaat voorbij aan de essentie. Wat maakt een woning tot een droomhuis, en wat een plan tot een hoogwaardige en duurzame ontwikkeling? En hoe kom je tot een realistische business case?

Door die vragen samen met de beoogde eindgebruikers (lees: bewoners, ondernemers, verenigingen) te bespreken wordt duidelijk hoe de ambities van betrokkenen het best tot uiting kunnen komen en wat de weg daar naartoe is.

Allereerst de wat-vraag. In onze aanpak stapelen we niet zomaar wat ambities, maar kijken we samen met betrokken partijen naar de bestaande kwaliteiten van het gebied: landschap, bereikbaarheid, ondergrond, historie, ecologische kwaliteiten en de relatie van het gebied met zijn omgeving. Vervolgens kijken we naar de specifieke potenties om kringlopen en stromen in het gebied en daarbuiten te benutten.

Op basis daarvan worden in een vroeg stadium scherpe en principiële keuzes gemaakt. Zoek je naar duurzame toepassingen in het gebied zelf, of mag groene energie bijvoorbeeld ook ergens anders vandaan komen? En welke uistraling past daarbij? Maak je bijvoorbeeld de waterzuivering extreem high tech of kies je samen voor meer natuurlijke oplossingen? Dat leidt tot een specifiek profiel voor het betreffende gebied; niet alleen vanuit de sectorale eisen op het gebied van milieu en ecologie, maar juist ook vanuit het idee dat een duurzame wijk een aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig gebied moet zijn.

Fusie van belangen
Door kwaliteit van leven - een duurzame wijk is ook een fijne wijk - centraal te zetten, en de beoogde duurzaamheidsprestaties daarop te richten, komen belangen en oplossingen in elkaars verlengde te liggen: de broodnodige 'fusie van belangen', zoals Anke van Hal terecht constateert. Dat leidt voor het ene gebied tot een heel ander pakket van duurzaamheidsoplossingen, dan voor een ander gebied met andere kenmerken.

Naast een doordachte aanpak van de wat-vraag, is bij duurzame plannen vanzelfsprekend ook de hoe-vraag belangrijk. De lessen van de crisis zijn hier net zo van belang als bij ieder ander plan, maar het specifieke duurzame profiel van de plannen geven de ontwikkeling wel een kansrijker perspectief. Door de eindgebruiker een grotere rol te geven, worden investering en exploitatie dichter bij elkaar gebracht (dé opgave bij het haalbaar maken van duurzame toepassingen). Denk bijvoorbeeld aan particulier opdrachtgeverschap en lokale samenwerking bij duurzame energieopwekking.

Om ruimte te geven aan de eigen ambities zijn heldere kaders onmisbaar. En dan spreek je over open-sourcegebiedsontwikkeling. Dat leidt bij investeerders (en waarom zou dat niet de huizenkoper zijn?) tot een grotere drive om met slimme oplossingen te komen, en daarbij samenwerking te zoeken met anderen. De ambities en concrete oplossingen komen van de initiatiefnemers zelf en reiken vaak verder dan de gemeente of de ontwikkelaar zelf voor mogelijk had durven houden.

Juist door vanuit gemeenschappelijke belangen te denken, aangejaagd door inspirerende ambities van betrokken partijen zelf, leidt een slimme combinatie van duurzame ideeën en initiatieven tot verrassende uitkomsten. Hierdoor wordt vaak een hogere ambitie gehaald dan vooraf gedacht. Deze aanpak is onder meer gevolgd voor Erasmusveld in Den Haag. Dit plan wordt, voortbouwend op de oorspronkelijke ambities, inmiddels samen met betrokken partijen verder tot ontwikkeling gebracht.

Hotze Hofstra is projectmanager duurzame stedelijke ontwikkeling bij APPM Management Consultants en tot voor kort als projectleider betrokken bij het project Erasmusveld van de gemeente Den Haag. 

Dit artikel is eerder verschenen in het magazine Duurzaam Gebouwd nr. 5.

Gerelateerde artikelen, events & downloads

c21 c225
Commitment voor bouwaanpak binnen 1,7 graden Celsius

Commitment voor bouwaanpak binnen 1,7 graden ...

Een groep grote beleggers en woningcorporaties committeren zich collectief aan een bouwaanpak om binnen 1,7 graden Celsius budget te bouwen. Waar anderhalve graad ...

Lees verder

c21 c225
Robert Koolen in de race voor MVO Manager van het Jaar 2025

Robert Koolen in de race voor MVO Manager van ...

Robert Koolen is een van de drie finalisten voor de MVO Manager van het Jaar 2025-verkiezing. Hij zit in de race samen met Christian de Jong (Director Sustainability ...

Lees verder

c21 c225 c260
15 biobased flexwoningen die meer zijn dan tijdelijk

15 biobased flexwoningen die meer zijn dan tijdelijk

In Nijverdal, gemeente Hellendoorn, staat sinds kort een appartementencomplex van vijftien biobased flexwoningen. Bestemd voor starters, statushouders en spoedzoekers, ...

Lees verder

c21 c225
Toekomstbestendig omgaan met natuurlijke hulpbronnen

Toekomstbestendig omgaan met natuurlijke hulpbronnen

De winning van tropisch hout kan grote ecologische en sociale gevolgen hebben, zoals ontbossing, verlies van biodiversiteit en aantasting van leefgemeenschappen. ...

Lees verder

c21 c41 c225
Wie is jouw favoriet voor de ABN AMRO Duurzame 50 van 2025?

Wie is jouw favoriet voor de ABN AMRO Duurzame ...

Wie wordt de winnaar van de 13e editie van de ABN AMRO Duurzame 50? De zoektocht is opnieuw begonnen: wie maakt er volgens jou de meeste impact bij de verduurzaming ...

Lees verder

c21 c41 c225
VKG Architectuurprijs 2025: de genomineerden zijn bekend

VKG Architectuurprijs 2025: de genomineerden ...

De 14e editie van de VKG Architectuurprijs zet innovatieve en duurzame toepassingen van kunststof kozijnen in de schijnwerpers. De vakjury heeft uit de vele inzendingen ...

Lees verder

c21 c225
Betaalbaar wonen: de 'vijf i' benadering

Betaalbaar wonen: de 'vijf i' benadering

Toekomstbestendige gebouwen passen in een duurzame maatschappij zonder sociale ontwrichting, te beginnen op de woningmarkt. Maar dan moet wonen wel betaalbaar worden. ...

Lees verder

c21 c225 c261 c265
Vier bewezen strategieën voor koolstofarme gebouwen

Vier bewezen strategieën voor koolstofarme ...

Waarom is het belangrijk om gebouwen koolstofvrij te maken? De overgang naar energie-efficiënt en duurzaam gebouwbeheer is essentieel voor het behalen van ...

Lees verder

c21 c40 c225
Whitepaper: maak vastgoed slim, adaptief en toekomstbestendig

Whitepaper: maak vastgoed slim, adaptief en ...

De verduurzaming van vastgoed vraagt om gebouwen die niet alleen energiezuinig zijn in ontwerp, maar ook in de praktijk optimaal functioneren. In de exploitatiefase, ...

Lees verder

c21 c185 c225
Bereken financiële restwaarde in projecten

Bereken financiële restwaarde in projecten

De innovatie Revalto is live, een manier om financiële restwaarde in projecten te berekenen. De tool van Arcadis en Alba Concepts geeft je de mogelijkheid ...

Lees verder

c21 c41 c225
<span data-teams='true'>Nomineer voor de allereerste CBRE Sustainability Award 2025</span>

Nomineer voor de allereerste CBRE Sustainability ...

De CBRE Sustainability Award is de prijs voor de meest inspirerende duurzame gebouwen en projecten. Of het nu gaat om een innovatieve oplossing, een geslaagde samenwerking ...

Lees verder

c21 c225 c243 c265
De kansen van een EED-audit: besparingen en toekomstbestendigheid

De kansen van een EED-audit: besparingen en ...

Elke vier jaar is het zover: grote organisaties moeten volgens de Europese Energie-Efficiëntie Richtlijn (EED) een energie-audit uitvoeren. Maar wat als dit ...

Lees verder

Reacties

Ik vind dat Hotze Hofstra sterk redeneert vanuit beleidsrationaliteit en vooral vanuit het belang van de planet. People en profit blijven feitelijk onderbelicht, al doet oppervlakkige lezing van zijn verhaal anders vermoeden. ‘’Vragen of men liever een warmtepomp heeft of een luxe keuken heeft, is vragen naar de bekende weg, maar gaat voorbij aan de essentie’’ stelt Hoftra. Nee, dat raakt nu juist de essentie als je echt de eindgebruiker centraal wilt stellen. En gaat voorbij aan het spanningsveld tussen de verschillende rationaliteiten van politiek, individuele mensen, bedrijven. Hofstra's verhaal is te keurig; hij lost het verbaal op met toverformules zoals ‘’een duurzame wijk is ook een fijne wijk’’ en ‘’een slimme combinatie van duurzame ideeën’’. Zeker, soms kunnen we met gebruikmaking van gebiedseigen kenmerken, een goed proces en ‘’slimme combinaties’’ de fusie van belangen en rationaliteiten tot stand brengen. Prima. Maar vaker nog moet de stapeling van (duurzaamheids)ambities, een groene toren van Babel eerst afgebroken worden en moet het stevig knetteren om te komen tot een daadwerkelijk realistische businesscase. Het Erasmusveld in Den Haag is daarvan een uitnemend voorbeeld. De stapeling van beleidsambities heeft daar een ongekend hoogtepunt bereikt, onder het motto: ‘’de duurzaamste wijk ter wereld’’. Het plan wordt (voorlopig) helemaal niet - ‘’voorbouwend op de oorspronkelijke ambities’’ - verder tot ontwikkeling gebracht, maar ligt gewoon op zijn gat. Friso de Zeeuw

Naar mijn mening mist Friso de Zeeuw de centrale stellingname van Hotze Hofstra. Hotze en Friso zijn beiden tegen het stapelen van duurzaamheidsambities door gemeenten. Het gaat natuurlijk niet aan om een tamelijk willekeurige wijk te benoemen tot de duurzaamste en dan alle ambtenaren hun wensen laten stapelen. Waar zo'n gemeente, maar ook Friso de Zeeuw, van uit gaat is dat people, profit en planet gescheiden verantwoordelijkheden zijn. People: de anonieme koper, profit: de projectontwikkelaar en planet: de overheid. Dat kan bijna per definitie geen echte duurzaamheid opleveren. Kijk alleen al naar het onvoldonde benutten van energiebesparende maatregelen door bewoners die daar niet om gevraagd hebben en niet in zijn getraind. Wat Hotze bepleit is om deze drie aspecten vanaf het begin in samenhang en wisselwerking deel uit de laten maken van het gebiedsontwikkelingsproces. Dan pas kun je echte duurzaamheid bereiken, zonder dat het ene ten koste gaat van het ander. En dan behoren tot de people-kant niet alleen de toekomstige bewoners, maar ook degenen die al in en rond het gebied wonen en werken. We zullen af moeten van het traditionele projectontwikkelingsmodel en de crisis dwingt ons daar ook toe. Laten we die kans met beide handen aangrijpen.

Graag verwijs ik naar een interview met Anke van Hal (TU-Delft-collega van De Zeeuw en panellid van Duurzaam gebouwd): http://www.trouw.nl/groen/nieuws/article3391634.ece/_rsquo_Bouwwereld_zal_voorgoed_door_crisis_veranderen_rsquo__.html?all=true

Reactie plaatsen

keyboard_arrow_up