Datacenters die gebruikmaken van lokaal opgewekte groene energie hebben het grootste duurzaamheidseffect. Dat blijkt uit de resultaten van het onderzoek ‘Transporting Bits or Transporting Energy: Does it Matter?’, uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam en TNO, op verzoek van SURF en Agentschap NL.

Het onderzoek neemt de duurzaamheidsaspecten onder de loep van een aanpak op basis van ‘bits-to-energy’ en ‘energy-to-bits’. Met deze vergelijking wil men het energieverbruik en de CO₂-footprint van transport via datanetwerken in kaart brengen.

Wat betreft ‘bits-to-energy’ is ondergezocht wat de CO₂-footprint is van het verplaatsen van data naar een buitenlands datacenter dat groene energie gebruikt. De tweede variant gaat dieper in op de effecten van het transport van duurzame energie naar lokale datacenters om zo aan duurzaamheid bij te dragen.

Aanzienlijke CO₂-footprint
Bij het gebruik van een buitenlands datacenter met groene energie blijkt dat benodigde energiebronnen voor datatransport een aanzienlijke CO₂-footprint hebben. Het is in veel gevallen effectiever om berekeningen en opslag in een Nederlands datacenter te verrichten, als daarvoor eigen of geïmporteerde groene energie wordt ingezet.

Volgens het onderzoek is het verplaatsen van data via de cloud naar groene buitenlandse datacenters niet perse duurzamer dan lokale opslag. Andere factoren die een rol spelen zijn de rekentijd die nodig is en de hoeveelheid en frequentie van data die getransporteerd moet worden. De onderzoekers hebben de effecten afgezet tegen de impact van energietransport. Een positief effect van de verplaatsing is sterk afhankelijk van de hoeveelheid benodigde energie voor het transport, en in hoeverre deze duurzaam is opgewekt.

Dergelijke informatie is volgens Gerard van Westrienen, projectmanager bij SURF,  interessant voor wetenschappers en bedrijven om te weten of het duurzamer is om data lokaal op te slaan of in remote datacenters, in landen waar grote hoeveelheden groene energie beschikbaar zijn: “De voorlopige conclusie is dat datatransport over het algemeen een niet te verwaarlozen CO₂-footprint heeft, maar dat de afweging per geval en toepassing verschilt. 

‘Absoluut wenselijk’
Van Westrienen vertelt vervolgens dat verder onderzoek naar de CO2-footprint van cloud computing ‘absoluut wenselijk’ is. “Datacenters kunnen concurreren op het terrein van duurzaamheid indien ze – liefst lokaal opgewekte – groene energie gebruiken.” Volgens hem is er met het onderzoek een basis gelegd om hogeronderwijsinstellingen en bedrijven te helpen afwegingen te maken die duurzaamheid stimuleren en kosten besparen.