Energiesprong maken met warmteversnelling (deel 2)

Energiesprong maken met warmteversnelling (deel 2)

Corporaties en andere vastgoedeigenaren kiezen momenteel veelvuldig voor het ombouwen van collectieve verwarmingssystemen naar individuele gasketeltjes. Een gemiste kans, want we binden bewoners en gebruikers daarmee voor lange tijd aan aardgas; een niet duurzame energieoptie met onvoorspelbare prijsstijgingen in de toekomst. Welke goede alternatieven zijn er naast het individueel verketelen? In deel twee van een artikelreeks van drie artikelen zien we hoe verschillende duurzaamheidsinitiatieven presteren.

Om een beeld te vormen hoe de diverse verduurzamingsopties presteren, is een casestudie uitgevoerd voor een bestaande galerijflat met acht bouwlagen. Het vertrekpunt is de situatie waarbij collectieve blokverwarming en geisers voor tapwaterverwarming zijn toegepast.

De resultaten van de warmteversnelling bij diverse mate van vraagbeperking zijn vergeleken met een all-electric aanpak conform het Energiesprongprogramma, zie de hierna volgende tabel.

In variant 3 is alleen de gasketel vervangen door een duurzaam warmtenet. Variant 4 combineert het warmtenet met toepassing van rendabele besparingsmaatregelen in de woning. De varianten 5 en 6 gaan beide uit van vergaande besparingsmaatregelen die alleen acceptabel zijn bij een ingrijpende woningverbetering. De varianten 4 tot en met 6 zijn aangevuld met pv-panelen, zodat een energie-index van 0 behaald kan worden. De casestudie gaat uit van een duurzaam warmtenet met een EquivalentOpwekRendement (EOR) van 2,0.Als extra variant is individuele verketeling in beeld gebracht: een keuze die corporaties nu helaas vaak maken naar aanleiding van de Warmtewet.

Bekijk de afbeelding op volledige grootte

Pv-oppervlak

Uit de casestudie blijkt dat circa 18 tot 23 m² pv-oppervlak per woning nodig is om een energie-index van 0 te bereiken. Op het dak van de galerijflat is slechts ruimte voor 10 m² pv-paneel. Andere alternatieven zoals pv aan de gevel of op naburige gebouwen zijn dus nodig. De toepassing van warmtenetten vergt tot circa 5 m² minder pv-oppervlak dan het Energiesprongconcept met warmtepompen (variant 6).
Voor het nul-op-de-meterprincipe moet ook het huishoudelijke elektriciteitsverbruik met pv-panelen worden gecompenseerd. Er is dan nog meer pv-oppervlak nodig; variant 6 komt op 40 m² uit. Concepten met warmtenetten zijn dan sterk in het voordeel (25 tot 28 m² pv-paneel). Het uitgangspunt is daarbij dat de geleverde warmte via een vast maandbedrag in rekening wordt gebracht en dus niet met de opbrengst van pv-panelen gecompenseerd hoeft te worden.
Dergelijke pv-oppervlakken zijn voor gestapelde bouw niet haalbaar. Dit verklaart de trend dat het
nul-op-de-meterprincipe alleen voor rijtjeswoningen wordt toegepast.

Rentabiliteit conform maatschappelijke kostenbenadering

Voor een objectieve vergelijking is de rentabiliteit van de varianten bepaald conform de maatschappelijke kostenbenadering. Daarbij is het financiële rendement van de hele keten bepaald zonder op voorhand vast te leggen welke partij de investering en exploitatie ter hand neemt. De jaarlijkse kostenbesparing is ten opzichte van variant 1 genomen. Verondersteld is dat de corporatie een deel van de investering dekt uit een budget voor levensduurverlenging van de woning zonder dat dit terugverdiend hoeft te worden uit energiebesparing.
Uit de case studie blijkt dat varianten 3 en 4 met warmte een commercieel acceptabel financieel rendement opleveren. Als vervolgstap kan dit voordeel worden verdeeld over de bewoners, corporatie, VvE’s en Energie BV.
De varianten 5 en 6 hebben een te laag rendement. Dit is te verklaren uit het feit dat bij de investeringskosten voor het vergaande bouwkundige pakket met besparingsmaatregelen is uitgegaan van de actuele kostprijs voor renovaties. Het Energiesprongprogramma anticipeert op kostprijsverlaging door schaalvoordeel en prefabricage waardoor het rendement voor deze varianten naar een gunstiger niveau stijgt. Zowel variant 5 als 6 gaan hiervan profiteren.

Artikelenreeks 'Energiesprong maken met warmteversnelling'

Deel één van de artikelenreeks 'Energiesprong maken met warmteversnelling' werd gepubliceerd op 6 juli. Deel drie wordt op 10 juli gepubliceerd en gaat over de warmteversnelling in de praktijk en hierin presenteren we oplossingen.

Auteur: Peter Heijboer, DWA

Gerelateerde artikelen, events & downloads

c21 c225 c243
Zien: slimme energiemeting en monitoring voor CO2-neutrale fabriek en kantoor

Zien: slimme energiemeting en monitoring voor ...

Hoe maak je een kantoor én een 11.400 m² grote fabriek, waar jaarlijks miljoenen installatiedozen en duizenden verdeelkasten worden geproduceerd, CO2-neutraal? ...

Lees verder

c21 c40 c184 c225 c301
Netcongestie geen hindernis voor gasloze en energiezuinige kazerne

Netcongestie geen hindernis voor gasloze en ...

Een brandweerkazerne verduurzamen – waarom is dat belangrijk? Voor de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is het antwoord duidelijk: toekomstbestendige gebouwen ...

Lees verder

c21 c225
Rapport belicht wat praktisch opgeleide Gen Z’ers écht willen

Rapport belicht wat praktisch opgeleide Gen ...

De Nederlandse technische sectoren staan aan de vooravond van een groot probleem: een flink deel van de ervaren vakmensen uit de babyboom- en Generatie X-groepen ...

Lees verder

c21 c41 c225
Leegstaande kantoren bieden ruimte voor duizenden extra woningen

Leegstaande kantoren bieden ruimte voor duizenden ...

Tijdens een uitzending van BNR’s The Daily Move pleitte Wietse Walinga, directeur van Duurzaam Gebouwd, voor het benutten van ongebruikte kantoorruimte als ...

Lees verder

c21 c225 c260
Dag van de HOUTbouw: zo voelt en ruikt houtbouw

Dag van de HOUTbouw: zo voelt en ruikt houtbouw

Hoe ziet voelt, ruikt en ziet houtbouw eruit? Dat ontdek je tijdens de landelijke Dag van de HOUTbouw, waar je bouw- en fabriekslocaties bezoekt en van experts ...

Lees verder

c21 c225 c301
Van netcongestie naar slimme energieoplossing

Van netcongestie naar slimme energieoplossing

Het congres 'Doorbouwen met netcongestie' ging in op concrete oplossingen, om door te bouwen binnen de kaders van netcongestie. In dit artikel komen Boudewijn de ...

Lees verder

c21 c151 c225
De praktische invulling van de Green Deal Duurzame Zorg 3.0

De praktische invulling van de Green Deal Duurzame ...

Stichting C23 helpt zorgorganisaties bij het realiseren van de doelen uit de Green Deal Duurzame Zorg 3.0 (GDDZ 3.0). Samen met partners als Stichting Lucrum, resultaatpartners ...

Lees verder

c21 c225
Architectuurprijs beloont duurzaamheid en innovatie kunststof kozijnen

Architectuurprijs beloont duurzaamheid en innovatie ...

Op 30 oktober 2025 wordt voor de 14e keer de VKG Architectuurprijs uitgereikt, tijdens de Klimaattop GO. Deze tweedaagse conferentie van Duurzaam Gebouwd vindt ...

Lees verder

c21 c225
Sterke focus op natuurinclusief ontwerpen en bouwen

Sterke focus op natuurinclusief ontwerpen en ...

Door een partnerovereenkomst te ondertekenen met NL Greenlabel, zet Heembouw een belangrijke stap in het meetbaar maken van de waarde van een natuurinclusieve leef- ...

Lees verder

c21 c41 c151 c225
Green Deal Duurzame Zorg 3.0: samenwerken aan duurzame zorg

Green Deal Duurzame Zorg 3.0: samenwerken aan ...

De zorgsector heeft een flinke milieubelasting. Zo is ze verantwoordelijk voor 7 procent van de nationale CO2-uitstoot en verbruikt ze 18 procent van de grondstoffen. ...

Lees verder

c21 c225
Krachtenbundeling voor collectief opschalen

Krachtenbundeling voor collectief opschalen

Collectief opschalen binnen de transitie naar een circulaire bouwsector. Dat is waarvoor Gebruikte Bouwmaterialen B.V. - GBM en DuSpot gaan samenwerken. Laatstgenoemde ...

Lees verder

c21 c40 c225 c301
Doorbouwen met netcongestie: 'Er gaat al veel goed'

Doorbouwen met netcongestie: 'Er gaat al veel ...

De energietransitie vraagt om samenwerking tussen publieke en private partijen. Het delen van kennis en het samen bedenken van oplossingen staan centraal.  Foto: ...

Lees verder

Reacties

Wat een berg onzin , warmtenetten zijn in de basis niet duurzaam. In NL is max 2 op de 10 warmtenetten op milleuaspect duurzaam maar vanuit consumentenaspect is er geen enkel netwerk echt duurzaam omdat er stelselmatig misbruik wordt gemaakt van de aangesloten gebruiker. Warmtenetten is een afgesloten verhaal en de bestaande netten moeten we zo snel mogelijk uitfaseren daar deze fossiele stook in gang houden ( op een paar netten na ). Of eerlijk prijzen ( 17,- per GJ incl. BTW en max 325 Vast all-in incl. BTW ) vastgesteld door enkel de ACM zonder de franse slag van Economische Zaken of beter de hele warmteellende oprollen en uitfaseren. Warmte is niet veilig , minder comfortabel , veel duurder en vaak minder duurzaam dan gas. Graag komen met consumentvriendelijke oplossingen als NOM , warmtepompen , IR verwarming !

Deel 1 bevat nogal wat grove misvattingen over de begrippen die schuilgaan achter Energiesprong, NulOpDeMeter en de Stroomversnelling. Ik plaats mijn reactie ook hier om de schrijver uit te dagen om in deel 3 maar eens te bedenken hoe een consument- en milieuvriendelijk warmtenet er uit zou moeten zien die de voordelen van vergaande energiebesparing combineert met waardecreatie voor bewoner en woningeigenaar. Als er cijfermateriaal nodig is kan ik altijd gebeld worden. 1. NulOpDeMeter is geen concept maar een ambitieniveau waarmee de markt wordt uitgedaagd om over bepaalde systeemgrenzen heen te kijken. 2. NulOpDeMeter hoeft zeker niet altijd een all-electric oplossing te zijn, alle vormen van duurzame opwekking in, om, op of nabij de woning zijn te gebruiken voor de energievoorziening van het gebouw. 3. NulOpDeMeter is een businessmodel die voor zowel de eindgebruiker als de woningeigenaar of een combinatie daarvan positief moet uitvallen. 4. Niet alleen in geld maar ook op gebieden van waardeontwikkeling, comfort, gezondheid en binnenmilieu. 5. Bij NulOpDeMeter koopt een corporatie of particuliere eigenaar dus geen energiebesparing maar een make-over van het huis of complex de energierekening kan toevallig worden ingezet om het grootste deel daarvan te betalen. 6. NulOpDeMeter is alleen vanuit instituties aan te merken als een besparingsconcept maar is vanuit het perspectief van de kopers veel meer dan dat. 7. Dit concept is niet geschikt voor een klein deel van de woningvoorraad maar voor 4,5 miljoen woningen in Nederland. 8. NulOpDeMeter is ook geschikt voor Hoogbouw waarbij best gebruik gemaakt kan worden van gecombineerde technieken zoals kleinschalige warmtenetten. Verder hemelt dit artikel de warmtenetten nogal op vanuit systeemperspectief. Natuurlijk niet zo vreemd voor een bureau die haar sporen heeft verdiend in de warmtewereld. Niets mis mee maar vertel wel het hele plaatje. Zo is het voor de consument helemaal niet positief dat gebiedsmaatregelen gaan meetellen in het label. Bewoners krijgen daarmee zowel op het gebied van energie en comfort een slechte woningen die aanzienlijk meer verbruikt dan een woning die middels isoleren haar labelpunten heeft verdien. Diezelfde bewoner wordt vervolgens wel aangeslagen volgens het NMDA principe. Dat komt dus bovenop de al bestaande perversiteit van het NMDA principe. De volgende vraag van mij is of DWA mij een businesscase kan overleggen van een centraal warmtenet dat gecombineerd wordt met de vergaande besparingsmaatregelen die dezelfde waarden genereren als NulOpDeMeter. Die bestaan nog niet. Ik daag DWA uit om aan de hand van mijn ontwerpprincipes voor een duurzaam warmtenet tot een businesscase te komen: ONTWERPPRINCIPES WARMTENET 1. De gebouwde omgeving krijgt een besparingsdoel van 70% gerealiseerd in 2035. Daarmee krijgt het debat over de energievoorziening een heel ander karakter. 2. Nieuwe warmtenetten worden niet gevoed door fossiele bronnen (kolen, gas , afval). Oude netten die gevoed worden door kolen of AVI’s faseren we binnen 15 jaar uit. 3. Aftapwarmte is geen restwarmte, het aftappen van warmte mag niet ten koste gaan van het rendement van een installatie. 4. Er is alleen sprake van restwarmte als besparen dan wel opwaarderen van industriële warmte niet mogelijk is of een langere TVT heeft dan 10 jaar. 5. Voor restwarmte wordt niet betaald aan de bronleverancier, ook niet als er kosten gemaakt moeten worden, die hadden anders besteed moeten worden aan efficiëntie. 6. Voor warmte wordt geen buitenlands afval verbrand. 7. Aansluitingen van zeer-energiezuinige huizen op de retourleiding is een kostenbesparende optie voor de warmteleverancier. 8. Niet het energiesysteem maar de adaptatiesnelheid door bewoners en huiseigenaren staat centraal. Het NMDA principe wordt realistisch en in overleg met consumentenorganisaties (VEH en Woonbond) vastgesteld. Warmteverliezen gemaakt voordat warmte een verbruikstoestel heeft bereikt komen niet voor rekening van de consument of worden gecompenseerd in een nieuw NMDA stelsel. 9. Er is nooit sprake van een aansluitplicht voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. 10. De energetische kwaliteit van woningen aangesloten op een warmtenet mogen niet verschillen met de geldende bouwnormen. Woningen die een slechtere energetische kwaliteit hebben door de aansluiting op warmte worden daarvoor gecompenseerd volgens een nieuwe vorm van NMDA. Indien het net de mogelijkheid bied tot levering van koude energie hoeft er alleen betaald te worden als er daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt. Misschien kun je daar deel 3 aan besteden.

Reactie plaatsen

keyboard_arrow_up