Kantelen naar conceptueel bouwen

Die vraag staat centraal tijdens de Alba Academie van Alba Concepts in Den Bosch. Geen definities of technische details, maar een energiek gesprek over kennisdeling, samenwerking en lef om patronen los te laten. Moderator Djordy van Laar maakt vanaf het begin duidelijk: het gaat niet om nóg meer concepten, maar om de manier waarop we met elkaar bouwen – letterlijk én figuurlijk.

In de zaal is er consensus: conceptueel bouwen draait niet alleen om techniek, maar om een andere manier van ontwikkelen en samenwerken. Het Netwerk Conceptueel Bouwen hanteert de volgende definitie:
Projectoverstijgende, integrale, innovatieve, opschaalbare, flexibele en herhaalbare oplossingen van bouwers, waarbij het eigenaarschap bij de bouwer ligt.

In de praktijk ontwikkelen aanbieders complete bouwproducten, die herhaalbaar en sneller inzetbaar zijn. Voor opdrachtgevers en gemeenten vraagt dit om een scherpere vraagspecificatie: niet voorschrijven hóé iets moet worden gebouwd, maar de kwaliteit en prestaties van een gebouw benoemen.

Van product naar proces en rol

Volgens Lars Walbeek (Netwerk Conceptueel Bouwen) is er inmiddels veel missiewerk gedaan. De kennis is aanwezig, en de concepten ook: op de Conceptenboulevard staan honderden beproefde producten. “Keuze is zelden het probleem,” benadrukt hij. De echte opgave zit aan de voorkant: hoe beter de vraag, hoe beter de match met een passend concept.

De transitie draait vooral om gedrag en rollen. Waar aannemers vroeger tekeningen uitvoerden, ontwikkelen zij nu zelf producten. En aan gemeenten de schone taak  om scherper en waardegericht uit te vragen. Corporaties moeten interne afdelingen, van nieuwbouw tot onderhoud, beter verbinden. Een verschuiving van kortetermijn- naar langetermijndenken staat voor al deze ketenpartners op de agenda, om vastgoed versneld CO2-neutraal en circulair te maken.

Djordy introduceert twee sleutelbegrippen: interactie en transactie (geleend van Jitske Kramer). Interactie gaat over de momenten waarop partijen elkaar ontmoeten en begrijpen. Transactie gaat over de keuzes die waarde zichtbaar maken: waar betalen we voor, welke prestaties vragen we? “De versnelling ontstaat waar die twee kloppen”, stelt hij.

Hefboom in een polycrisis

Architect Saskia Oranje (DOOR Architecten) verbreedt het perspectief: we bouwen midden in een polycrisis – met klimaat, biodiversiteit, ongelijkheid en woningnood tegelijk. Conceptueel bouwen kan een hefboom zijn, mits je die koppelt aan een regeneratieve visie. Niet alleen ‘een beetje duurzamer handelen’, maar ontwerpen maken die echt herstellen: energiepositief, biodiversiteitsversterkend en sociaal verbindend.

DOOR werkt met de vijf stappen van het Flourish Framework: efficiënt, netto nul, circulair, regeneratief en florerend. Elk project wordt hierlangs gelegd: draagt dit bij aan een florerende leefomgeving? Hun concept combineert standaardisatie voor voorspelbaarheid en betaalbaarheid met plaatsspecifieke kwaliteit. De plint kan meeveranderen met de stad, de bovenbouw reageert slim op zon en klimaat.

Opschaling lukt alleen als fabrieken, conceptaanbieders, ontwerpers en opdrachtgevers als netwerk samenwerken. Net als in de natuur. Zo ontstaat toekomstige weerbaarheid. In de praktijk zijn de ketens nu nog kwetsbaar: veel fabrieken hebben moeite hun productielijn gevuld te houden, omdat projecten vaak stilvallen. “Niet alle fabrieken gaan het redden,” zegt Saskia. Voorspelbaarheid en standaardisatie zijn daarom nodig om een robuuster systeem te bouwen. Bouwstromen en gezamenlijke ontwikkellijnen helpen om over projecten heen te leren en de continuïteit te versterken.

In de zaal: oefenen met rollen

Na de presentaties is het de beurt aan de deelnemers zelf. Djordy nodigt iedereen uit om het gesprek te voeren vanuit de eigen praktijk en sils te staan bij de vraag: Wat kan ik in mijn rol bijdragen aan conceptueel bouwen? Iedereen kiest een rol: pionier, verbinder, bruggenbouwer of stabilisator, en deelt een ervaring. Daarbij herhaalt Djordy zijn twee kapstokken: interactie en transactie. Vanuit die oefening ontstaat een levendig groepsgesprek.

Een gemeente vertelt hoe hij niet meer probeert iedereen te overtuigen van conceptueel bouwen op zichzelf, maar de opgave vertaalt naar iets wat anderen al belangrijk vinden – zoals de woningbouwopgave. “Je hoeft niet iedereen te overtuigen als je zoekt naar deuren die op een kier staan.” Een aanbieder benadrukt de tijdwinst en lagere faalkosten van prefab en TCO-berekeningen. Heel rationeel en kloppend, maar daartegenover klinkt ook een kritische stem: “Waarom praten we steeds over geld? Het gaat toch om duurzaamheid en leefkwaliteit?”

Conflict of succes

De spanning tussen prijs en waarde blijkt een rode draad. Tegelijkertijd komen gedragsvraagstukken naar boven: aannemers die gewend zijn aan stuurruimte in de uitvoering, corporaties waar afdelingen botsende belangen hebben en gemeenten die kampen met beperkte capaciteit. Cashflow blijkt een heet hangijzer: investeren verschuift naar voren en vraagt nieuwe vormen van vertrouwen en betaling. Een deelnemer schetst een slepend conflict waardoor, ondanks het winnen van een project, de bouw jaren later nog niet is gestart.

Zijn les: juridisch gelijk is nog geen oordeel in zijn voordeel. Advocaten versterken vaak het gevoel van gelijk, maar lossen de impasse zelden op. Daarom kiest hij voor dóórpraten: terwijl de productie doorgaat en de geldstroom achterblijft, benoem je wat onopgelost blijft. “Praat over waar je het niet over eens bent,  parkeer dat, en werk verder op wat wel kan.” Kleine stappen blijken effectiever dan juridische strijd.

Eén stap vooruit

Aan het einde van de middag krijgt iedereen dezelfde opdracht: bedenk één actie die jij vanaf morgen neemt om conceptueel bouwen vooruit te helpen. Geen grote sprongen, maar kleine stappen die samen optellen.

De suggesties lopen uiteen, van scherpere prestatie-uitvragen, interne samenwerking verbeteren, transparanter zijn over marges, tot nieuwe procesafspraken met gemeenten maken. Eén inzicht wordt breed gedeeld: de toekomst is niet óf traditioneel, óf conceptueel. Het gaat om balans: standaardiseren waar dat waarde toevoegt, en ruimte houden voor ontwerpkracht waar de context dat vraagt.

Kleine stappen, groot effect

De Alba Academie toont zich opnieuw als plek voor kennisdeling en reflectie. Van Lego-logica tot polycrisis, van product naar proces, van silo naar systeem en van prijs naar waarde: conceptueel bouwen wint terrein waar rollen helder zijn, vragen scherp en samenwerking oprecht is.

Of zoals Lajos het samenvat: “De versnelling komt van samenwerken en het loslaten van wat níet jouw rol is.”

Deel dit artikel

permalink