Woningcorporatie Bergopwaarts richtte zich in eerste instantie op het isoleren van haar huurwoningen. Maar nu is het tijd voor de installatiestap. Ook wil ze nieuwe bouwprojecten zoveel mogelijk in houtbouw uitvoeren. “Nog meer proefprojecten met dezelfde biobased materialen zijn in onze ogen niet meer nodig, het is een proven concept.”
Woningcorporatie Bergopwaarts beschikt over ruim 5.300 huurwoningen, hoofdzakelijk in de Brabantse gemeenten Asten en Deurne. De afgelopen jaren heeft ze al een flinke hoeveelheid woningen met een laag energielabel verduurzaamd, vertelt manager Vastgoed Irene Herben. “We richtten ons de afgelopen jaren vooral op het isoleren van woningen met energielabel E, F en G, zoals het aanbrengen van dak- en gevelisolatie en HR++glas. Dat hebben we goed gedaan, want hiervan hebben we nog ongeveer 80 woningen over. Het gaat dan onder meer om bewoners die niet met de verduurzamingsmaatregelen wilden meewerken.”
Het isoleren van woningen met een laag energielabel was voor Bergopwaarts de afgelopen jaren de basisstrategie. “Hierbij hebben we ook goede hulp gehad van bouwbedrijf Caspar de Haan. Van der Meijs renovatie en onderhoud, Kemkens installaties en adviesbureau Toevast. Samen met hen hebben we in het Mureno-project gezeten, dat staat voor renovatie bij mutatie. Dit hield in dat wij woningen flink gingen verduurzamen, als huurders uit hun woning trokken. Dankzij een mutatiegraad van 6 tot 8 procent per jaar beschikten we steeds over een aantal woningen die wij samen konden verduurzamen.”
De installatiestap
De stap naar het gasloos maken van bestaande woningen heeft Bergopwaarts nog niet gemaakt, maar die gaat er wel komen. “We hebben bewust nog geen proefprojecten met gasloze of Nul-op-de-Meterwoningen uitgevoerd”, legt Irene uit. “We vinden het namelijk niet eerlijk om enerzijds bewoners te hebben die in een energetisch slechte woning zitten, terwijl andere bewoners comfortabel in hun gasloze woning zitten.” Nu de woningen, dankzij de benodigde isolatiemaatregelen, gemiddeld bijna over minimaal energielabel A beschikken, vindt de corporatie het tijd om met bijvoorbeeld zonnepanelen en warmtepompen de woningen gasloos te maken. “Hiervoor zijn we inmiddels bezig met een routekaart. Naar verwachting beginnen we volgend jaar met de eerste projecten.”
Die installatiestap wil Bergopwaarts seriematig, met een aantal vaste samenwerkingspartners gaan uitvoeren, vertelt Irene. “De werkzaamheden voor het dagelijkse onderhoud laten we al via ketensamenwerkingsverbanden uitvoeren. Die werkzaamheden gaan we opnieuw aanbesteden. Zodra we die afspraken maken, gaan we door met een nieuwe keten voor planmatig onderhoud-, isolatie- en installatiewerkzaamheden.”
Irene Herben, manager vastgoed van woningcorporatie Bergopwaarts: “Bij aanbestedingen selecteren we aannemers op hun gedrevenheid op het gebied van duurzaamheid.” (Foto: Bergopwaarts)
Het is hierbij wel de vraag wat er met de ongeveer 80 woningen met een laag energielabel gebeurt. “Sommige woningen passen niet meer in onze portefeuille, zoals grote grondgebonden woningen op grote kavels tot 1.500 vierkante meter. Met de steeds kleiner wordende gezinssamenstelling van inmiddels gemiddeld 1,7 personen per gezin rijst bij ons steeds vaker de vraag wat we met die grote woningen moeten. Het is mogelijk dat we de woningen verkopen, of slopen, om hiervoor meer passende woningen in de plaats te zetten.”
Biobased: bewezen
Op het gebied van de toepassing van biobased materiaal neemt Bergopwaarts vele initiatieven, vertelt Irene. “Samen met de corporaties in de Metropoolregio Eindhoven en Building Balance werken we samen om biobased materiaal als isolatiemateriaal te gebruiken. We passen ook al zo’n acht jaar vlas, in de vorm van isovlas, als isolatiemateriaal toe. Dat biobased isolatiemateriaal heeft inmiddels zijn waarde wel bewezen. Het liefst passen we biobased materialen zoveel mogelijk toe. Maar wel waar het kan. We zijn geen voorloper in het uitvoeren van proefprojecten met biobased materialen, maar we stappen graag in en doen graag mee. Veel biobased materialen zijn inmiddels een proven concept.”
Onder meer vanuit die gedachte heeft Bergopwaarts vorig jaar besloten om het adagium ‘Houtbouw, tenzij’ toe te passen. Dit is mede te danken aan het project WoonST, waarin gemeenten, woningcorporaties en bouwbedrijven samenwerken om sneller betaalbare en duurzame woningen te realiseren. In de tweede aanbestedingsronde van deze bouwstroom die de bouwbedrijven BAM en Hurks in 2024 wonnen, ging het om de realisatie van 2.500 woningen die ze op een gestandaardiseerde wijze bouwen.
Irene vervolgt: “BAM en Hurks boden toen de mogelijkheid om voor een meerprijs van 15.000 euro ook voor een duurzame variant te kiezen, met houtbouw. Vervolgens hebben we besloten dat we in nieuwe nieuwbouwprojecten in eerste instantie voor houtbouw kiezen. Inmiddels kijken we of we ook lopende projecten in de ontwikkeling alsnog met hout kunnen uitvoeren. Om bij de CO2-problematiek weg te blijven, vinden we dat we naar houtbouw als een andere manier van bouwen moeten kijken. Als we dat niet doen, dan kunnen we wellicht over drie jaar niet meer bouwen. In deze regio moeten tot 2040 nog zo’n 100.000 woningen bij worden gebouwd.” Van netcongestie heeft Bergopwaarts voor nieuwbouwprojecten volgens Herben nog geen directe last. “Onze woningen hebben veelal kleine aansluitingen. Maar ik denk wel dat ook wij met die problematiek te maken gaan krijgen.”
Hergebruik onderzoeken
Bij deze ‘andere manier van bouwen’ kijkt de corporatie ook naar het hergebruik van materialen. Bergopwaarts wil meer en meer materialen gaan hergebruiken, die vrijkomen uit renovatie- en sloopprojecten. “We zitten nu middenin de omslag”, vertelt Herben. “Bij aanbestedingen selecteren we aannemers op hun gedrevenheid op het gebied van duurzaamheid. We willen dat ze hierover met ons meedenken, maar willen ze ook op dit gebied de vrije ruimte geven. Zij weten beter welke innovaties er op de markt zijn dan wij.”
Tekst: Tim van Dorsten