Hoe ziet de wijk van de toekomst er precies uit volgens Antea Group? Wat zijn technische innovaties om naar uit te kijken en voor welke uitdagingen komen we te staan? Duurzaam Gebouwd interviewt Senior adviseur Strategie & Besluitvorming Harm Warris en Projectmanager Wegen & Stedelijke Infra Roald Haanstra over dit belangrijke onderwerp.
“Antea Group is een bedrijf dat voortdurend bezig is met de wereld van morgen”, trapt Harm af. “Met zo’n 1800 ingenieurs en adviseurs in dienst werken wij aan innovatieve oplossingen die bijdragen aan de ontwikkeling van infra, woonwijken of waterwerken. We staan midden in de duurzame transitie en zoeken de verbinding door hun visie op de wijk van de toekomst te delen.”
Van strategie naar samenwerking
De toekomstvisie van Antea Group omvat vier thema’s voor de lange termijn als stip op de horizon: samenwerking, digitalisering, de klant en duurzaamheid. De wijk van de toekomst raakt ze allevier.
“Onze visie is nog volop in ontwikkeling,” vertelt Harm, “Maar dat is juist de kracht ervan. We bouwen de visie samen met de markt, met gemeenten en zelfs met jongeren. Als Antea Group hebben wij de unieke positie van verbinder tussen opdrachtgevers, opdrachtnemers en overheden. Daarnaast zoeken we andere manieren om onze visie te ontwikkelen. Zo verzamelden we ook input van 150 havo-scholieren. Want het gaat niet alleen om waar we naartoe willen, maar vooral om de beweging die we met elkaar op gang brengen.”
Volgens Roald is het essentieel dat fysieke en sociale doelen bij elkaar worden gebracht: “De wijk van de toekomst is niet alleen techniek en stenen stapelen. Het gaat over gezondheid, klimaat, biodiversiteit, maar ook over verbondenheid tussen mensen. Die integrale benadering is wat het verschil maakt.”
Praktijkvoorbeeld: Gemeente Zoetermeer
Een sprekend voorbeeld komt uit Zoetermeer, waar Antea Group nauw betrokken is bij het opstellen van een toekomstvisie voor 2050. “Daar kijken we naar hoe een stad zich moet ontwikkelen met oog op klimaatadaptatie, mobiliteit en sociale inclusie,” legt Roald uit. “Zo gaat het bijvoorbeeld over het optoppen van bestaande gebouwen, het verduurzamen van de bestaande voorraad en gemengd gebruik van ruimte. In deze casus is bijvoorbeeld het transformeren van bedrijventerreinen tot een gemengde woon-werkomgeving ook een heel interessante ontwikkeling.”
Financiële puzzel
Een wijk die duurzaam, circulair en toekomstbestendig is, vraagt vaak om hogere investeringen aan de voorkant – in techniek, materiaal, en proces. En het oplossen van die financiële puzzel is vaak waar de schoen wringt. “Ontwikkelaars lopen op dit moment heel vaak tegen deze belemmeringen aan en geven aan dat ze de businesscase voor het bouwen van een woning niet rond krijgen,” stelt Roald Haanstra. “De optelsom van bouwkosten, duurzame ambities en regelgeving maakt het moeilijk om een financieel sluitend verhaal op te stellen.”
Moeilijk, maar zeker niet onmogelijk. Want tegelijkertijd is er wél beweging in de markt. “Je ziet dat bouwers overstappen op modulaire, gestandaardiseerde woningen uit de fabriek,” vertelt Harm. “Daarmee bespaar je kosten en win je snelheid. Het is bijna vreemd dat we dat niet veel eerder grootschalig zijn gaan doen. Daarom is het volgens ons cruciaal dat wetgevers, opdrachtgevers en marktpartijen samenwerken aan nieuwe financieringsmodellen en stimulerende randvoorwaarden.”
Uitdagingen en kansen
Naast het financiële plaatje zijn er ook nog andere uitdagingen. “Er zijn twee showstoppers”, laat Harm weten: “Netcongestie en stikstof. Als je wijk niet op het stroomnet kan worden aangesloten, kun je gewoonweg niet bouwen. "Daarom lopen sommige projecten helaas vertraging op.”
Haanstra ziet ondanks het volle stroomnet wél kansen in veelbelovende technologie: “Als we elektrische auto’s kunnen gebruiken als batterijen voor de wijk – laden én ontladen – dan kunnen we netcongestie verminderen. Maar slechts 15 procent van de auto’s is elektrisch, en maar een deel daarvan kan terugleveren. Dus techniek en wetgeving moeten hier samen optrekken, zodat het mogelijk wordt dat meer auto’s terug kunnen leveren. Daar valt nog veel te winnen.”
Heldere wetgeving en lef
En dan is er nog de regelgeving. Die belemmert vaak circulaire of duurzame oplossingen of staat haaks op ambitieuze plannen. De spagaat tussen ambitie en regelgeving is een terugkerend thema voor het verwezenlijken van circulaire, duurzame ambities. “We willen circulair bouwen, maar regelgeving maakt dat in de praktijk soms lastig", geeft Roald aan. “We willen duurzame energie opwekken met zonnepanelen, maar mensen moeten door het afschaffen van de salderingsregeling gaan betalen voor het terugleveren van overtollige energie aan het net. Dit is een voorbeeld van wisselend beleid, waardoor het voor bedrijven en consumenten steeds lastiger wordt om duurzamere keuzes te maken.”
De oproep is dan ook helder: maak ruimte voor vernieuwing. “Soms is er lef nodig om regels aan te passen of tijdelijk te versoepelen. Beter gezegd: buiten de lijntjes durven te kleuren,” aldus Harm. “Want de noodzaak is duidelijk, maar de regelgeving loopt nog niet altijd parallel met de praktijk.”
Ook Roald ziet dat er nog stappen gemaakt kunnen worden. “Opdrachtgever en opdrachtnemer werken steeds vaker intensiever met elkaar. Dit is een essentieel onderdeel om met elkaar aan de opgaven in Nederland te bouwen. We willen graag versnellen en hebben elkaar ook nodig om de opgave te faciliteren, in plaats van te vertragen. De markt beschikt al over de nodige kennis. Het zou goed zijn als de overheid zorgt voor efficiënte procedures, snelle vergunningverlening en ondersteuning. Daarom is het zo ontzettend belangrijk dat de bestaande kennis ook overgedragen wordt en dat we elkaar met gedeelde belangen elkaar verder brengen.”
De kracht van samenwerking
Eén ding is overduidelijk: niemand kan de wijk van de toekomst alleen realiseren. “Ontwikkelaars, gemeenten, netbeheerders, zorginstellingen – we hebben elkaar allemaal nodig,” stelt Roald. “En dat vraagt om een andere manier van samenwerken: vanuit vertrouwen, gezamenlijke doelen en de bereidheid om naar elkaars rol te kijken. Er is meer dan genoeg kennis aanwezig bij de aannemers van deze wereld, Daar schieten ze echt wel mee op momenteel. En hoe ga je dat nou als overheid faciliteren? Dat vraagstuk, die samenwerking, die is belangrijk.”
Misschien heeft het ook wel allerlei consequenties voor je bouwbesluit, met regels die je daarin hebt vastgelegd, dat je die moet veranderen. Proceduretijden verkorten, vergunningen, procedures makkelijker maken. Als iedere partij kijkt naar zijn eigen rol en zorgt dat hij van daaruit een bijdrage levert aan zo'n enorm vraagstuk, dan komen we sneller en efficiënter tot resultaten. We publiceerden daar eerder deze publicatie over op onze website.”
Wie doet er mee?
Aan het eind van het gesprek klinkt een duidelijke oproep: wie durft keuzes te maken? “De sessie met onze partners was enorm waardevol,” laat Harm weten. “Maar we misten één ding: de laag daarboven. We hebben mensen nodig die durven te beslissen. Beleidsmakers, politici, landelijke organisaties – die moeten het lef tonen om buiten de lijntjes te kleuren als dat de enige manier is om vooruit te komen.”
Ook de marktpartijen worden uitgenodigd om aan te haken. “De kennis is er. De technieken zijn er. De wil is er. Wat we nu nodig hebben, is actie. Laten we die puzzel samen leggen,” besluit Roald. ““Innoveren is altijd pionieren. Maar als je nu begint, bouw je aan de samenleving van morgen.”
De wijk van de toekomst begint vandaag
De wijk van de toekomst is geen sciencefiction. “Het is een noodzakelijke ontwikkeling waar we nú mee moeten starten”, vindt Roald. “De vraag is niet óf het kan, maar hoe we het samen doen. Door obstakels te benoemen, door kennis te delen en vooral door te bouwen aan vertrouwen. Wij hebben een mooie positie, want we zitten zowel bij de opdrachtgevers als –nemers. Wij streven naar intensieve samenwerkingen om marktpartijen en overheid met elkaar te verbinden. Deze kennis blijven wij inzetten om toekomstgericht bezig te zijn, én te blijven.”