Doorbouwen met netcongestie: 'Er gaat al veel goed'

De energietransitie vraagt om samenwerking tussen publieke en private partijen. Het delen van kennis en het samen bedenken van oplossingen staan centraal. 

Foto: Wietse Walinga van Duurzaam Gebouwd pleit voor samenwerking tussen publieke en private partijen

Dagvoorzitter Laurens de Lange benadrukt direct de urgentie van het onderwerp: netcongestie – het overvolle elektriciteitsnet – is een uitdaging die we misschien hadden kunnen voorzien, maar waar we nu vooral praktisch mee aan de slag moeten.Laurens: "De komende jaren blijven spannend, maar de sprekers op het congres richten zich juist op wat wél kan: van slimmer omgaan met energie tot versneld overstappen op duurzame bronnen." Olaf van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), houdt een optimistisch verhaal over de voortgang van de energietransitie, ondanks de druk op het net.

Duurzame groei en energie-onafhankelijkheid

Olaf laat zien dat de opwekking van duurzame energie in Nederland in 12 jaar tijd vijf keer groter is geworden. Hij introduceert het begrip Green Energy Day: de dag waarop we – als we alleen duurzame energie zouden gebruiken – door onze voorraad heen zijn. Dit jaar viel die dag op 24 maart. Vorig jaar op 8 maart. Als we elk jaar gemiddeld 12 dagen opschuiven draait Nederland in 2050 het hele jaar op duurzame energie.

Tegelijkertijd zit Nederland nu in een kwetsbare fase: de gaswinning in Nederland is sterk afgebouwd, maar het duurzame alternatief is nog niet volledig opgebouwd. Die afhankelijkheid van buitenlandse energie maakt de transitie urgent – niet alleen omwille van het klimaat, maar ook vanwege geopolitieke onafhankelijkheid.

Elektrificatie en de druk op het net

Elektriciteit maakt slechts 20 procent van het totale energieverbruik uit, maar dit deel vergroent snel. In 2025 is naar verwachting meer dan de helft van de stroom hernieuwbaar. Tegelijk groeit de vraag:

Volgens Olaf is het idee dat we al het ‘laaghangend fruit’ hebben geplukt onterecht. Dankzij schaalvoordelen en technologische ontwikkeling worden veel duurzame oplossingen juist nu bereikbaar én betaalbaar en dus laaghangend fruit.

Het net als bottleneck

Tien jaar geleden zagen maar weinigen het belang van het elektriciteitsnet. Inmiddels blijkt dat de voorspellingen zijn ingehaald door de werkelijkheid. De hoeveelheid zonnestroom ligt drie keer hoger dan verwacht. Netbeheerders investeren grootschalig, maar de doorlooptijden zijn lang, mede door complexe procedures, vergunningstrajecten en het stikstofbeleid.

Een sprekend voorbeeld is de bouw van een 800 meter lange tunnel bij Breda: elektrische boormachines zijn beschikbaar, maar de batterijen worden nog steeds met diesel trucks aangevoerd. Dit voorbeeld illustreert de praktische uitdagingen waar de energietransitie soms nog tegenaan loopt, ondanks de grote vooruitgang die er al is geboekt.

Wat kan er wél? Slimmer omgaan met het net

Een belangrijk inzicht: een kabel op het elektriciteitsnet wordt gemiddeld slechts 30% benut. De ruimte zit niet in het gemiddelde, maar in de pieken. Door te sturen op daluren ontstaat er volop ruimte. Bovendien is duurzame stroom in daluren vaak goedkoper. Groene stroom is dus niet alleen schoner, maar ook slimmer én goedkoper te gebruiken.

Voorbeelden van oplossingen:

Juist doordat we vastlopen gaan creatieve oplossingen ontstaan. Olaf sluit af met een belangrijke boodschap: “Niet elke oplossing heeft een stekker. Soms is een bioketel passender dan een warmtepomp. En energie die je bespaart, hoef je niet te transporteren.” Hij verwijst naar de handreiking ‘Netbewuste Gebiedsontwikkeling’ van TKI Urban Energy – een praktische gids voor iedereen die nu bouwt aan de toekomst.

Warmtepomp: veroorzaker netcongestie?

Rudy Gevers, manager woningbouw bij Alklima, zet de zaken recht: Warmtepompen krijgen vaak de schuld van netcongestie, maar volgens hem is dat te kort door de bocht. De energietransitie is complex, zegt Rudy, en vraagt om nuance, goed systeemontwerp én een andere kijk op gedrag. Warmtepomp veroorzaker congestie? “Niet per se”. Rudy opent met het grotere plaatje: we zitten middenin een complexe transitie, waarin veel sectoren – industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving – tegelijk verduurzamen. In de gebouwde omgeving betekent dat vooral: elektrificatie.

Warmtepompen maken daar een belangrijk deel van uit. Sinds 2014 is het aantal sterk toegenomen, met een explosieve piek in 2023. En ja, dat zorgt voor extra druk op het net. Maar Rudy nuanceert: “Zijn we door warmtepompen en elektrische auto’s méér elektriciteit gaan verbruiken? Nee. CBS-cijfers tonen juist een daling in het verbruik.”

Waar zit de echte uitdaging?

De crux zit niet in het gemiddelde verbruik, maar in de piekmomenten. Rudy legt uit hoe dat werkt:

“We creëren zélf de spits. Niet de warmtepomp veroorzaakt het probleem, maar het gelijktijdige gebruik.” Daarnaast ontstaat een tweede piek: als we massaal stroom willen terugleveren op zonnige dagen, precies wanneer het net al vol zit. De boodschap: “Niet het verbruik, maar de timing is het probleem.” Volgens Rudy zit er veel winst in hoe warmtepompen worden ingesteld. Een goed funtionerende warmtepomp draait het liefst langzaam en constant, vooral voor ruimteverwarming. Piekbelasting ontstaat juist als tapwater snel op hoge temperatuur moet worden geleverd.

Zijn adviezen:

Slim sturen hoeft geen geld te kosten en levert bewoners zelfs geld op – bij dynamische tarieven krijg je soms betaald om je boiler op te laden.

Systeemontwerp is cruciaal

Rudy benadrukt het belang van goed systeemontwerp. Een installatie moet bestand zijn tegen bijvoorbeeld -10 graden Celsius zonder dat het elektrische element meteen inschakelt. Veel warmtepompen kunnen dat prima, mits goed gekozen en afgestemd.

Hij pleit voor een overgang van klassiek denken naar slimme keuzes:

Bestaande bouw: all-electric ready is de tussenstap

Voor bestaande bouw onderscheidt Rudy drie strategieën:

  1. Klassieke hybride warmtepomp

  2. All-electric ready (hybride met toekomstbestendig ontwerp)

  3. Volledig all-electric

Optie 3 is vaak nog niet haalbaar. Daarom kiest Rudy meestal voor optie 2: met all-electric ready kun je later eenvoudig doorpakken – dan kun je daar een boiler later bijplaatsen en op gunstige momenten je zonnepanelen gaan aanwenden om daar dan tapwater mee te gaan maken. Hiermee wordt ook slim gebruikgemaakt van mogelijke overschotten aan zonnestroom, via boilers die op gunstige momenten laden. Rudy sluit af met een oproep tot technisch inzicht en maatwerk. Veel aannames over piekverbruik zijn te ruim. Vraag goed door: wat is het werkelijke ontwerp? Wat is écht nodig? Zijn boodschap: warmtepompen zijn niet het probleem, maar kunnen juist onderdeel zijn van de oplossing – mits goed ingeregeld, afgestemd op gedrag én afgestemd op het net.

Tekst: Manon Huntjens

Deel dit artikel

permalink