80

Een circulair installatieontwerp voor een gebouw kan voor 80 procent aan milieuwinst zorgen, zowel in de productiefase als de gehele levenscyclus. Laat dat even op je inwerken! En denk nog eens goed na over de doelstelling om in 2030 de CO2-uitstoot en de halvering van het primaire grondstofgebruik. Voor zo’n enorme stap in het verlagen van milieu-impact mag een installateur toch niet zijn ogen sluiten?

Klimaatinstallaties worden niet voor niets gemarkeerd als belangrijke productgroep in de transitieagenda’s Bouweconomie en Maakindustrie van het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE). De doelen zijn om tot een 25 procent lagere MKI te komen, de functionele levensduur in 2030 te laten toenemen met 50 procent ten opzichte van 2016 en in 2030 naar volledige hoogwaardige recycling of hergebruik toe te gaan.

Blijf verantwoordelijk

De Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) maakt producenten verantwoordelijk voor de producten die ze leveren gedurende, de complete levenscyclus. Dus niet alleen instandhouding van de installaties en het leveren van optimale prestaties, maar ook het toewerken naar de eerder genoemde doelstellingen. Voor hoogwaardige recycling of volledig hergebruik. Daarmee komen leveranciers van installaties in een op zijn minst interessante situatie terecht.

Want de metaalcomponenten die voor installaties worden gebruikt, zijn lastig te recyclen, komen uit gebieden zoals Rusland of Aziatische landen en zijn steeds schaarser. Voor sommige materialen geldt dat die binnen enkele decennia eindig zijn. En als de urgentie nog niet genoeg te proeven was: het aandeel dat installaties hebben in de MPG is wel 35 procent. Niet voor niets dat hier diverse programma’s voor worden opgezet, onder andere vanuit TVVL, DGBC en Techniek Nederland.

Van ingestort naar demontabel

Een betere afstemming in de keten is dus nodig. En vanaf het begin van het ontwerptraject moet rekening worden gehouden met losmaakbare installaties. Dus niet meer ingestort, maar klaar om uit het gebouw gehaald te worden – waar nodig. Dat vraagt iets van alle ketenpartners in een ontwerp- en ontwikkeltraject, maar er worden geen dingen verlangd die onmogelijk zijn.

Zo gaf Lagemaat aan bij de tijdelijke rechtbank in Amsterdam dat ze de installaties meenemen naar een volgend traject. En worden anderen met een Programma van Eisen Circulaire Installaties uitgedaagd het goede voorbeeld te volgen. Met hierin drie klassen (A, B, C) die van ondergrens naar ambitieus gaan.

Lef

In circulariteitssessies zoals die bij Windesheim zien we dat het vooral van belang is om met alle betrokken stakeholders in gesprek te gaan over circulaire installaties. Wat kan wel? En wat niet? Waarom eigenlijk niet? De koppen bij elkaar steken vraagt om lef. En durf kwetsbaar te zijn door nog geen kant en klaar antwoord te hebben op vragen. Maar het resultaat is het op alle vlakken meer dan waard.

De kengetallen zoals in de inleiding vermeld lees je terug in het rapport Op weg naar CO2-neutraal, hier te downloaden.

Deel dit artikel

permalink